Beeldfouten
Probleem
Oorzaak
• Het printmateriaal voldoet niet aan
de gebruikseisen, bijvoorbeeld omdat
het te ruw of vochtig is
• De resolutie van het
afdrukprogramma is te laag.
De afdruk is
• Weinig toner.
bleek of wit
• Beschadigde lasertonercartridge.
• Het is onrein of de
lasertonercartridge lekt.
• Beschadigde lasertonercartridge.
• Afdrukmedia die niet voldoen aan de
gebruiksrichtlijnen, zoals media die
erg ruw of nat zijn.
• Het is smerig op het invoerkanaal.
• Als er tonervlekken optreden tijdens
Tonervlekken
het kopiëren en scannen, kan het glas
vuil zijn.
• De scanner is vies of beschadigd.
• Afdrukmedia die niet voldoen aan de
gebruiksrichtlijnen, zoals media die
erg ruw of nat zijn.
• Het is smerig op het invoerkanaal.
• Het interne onderdeel van de
lasertonercartridge is beschadigd.
Witte vlekken
• De LSU-lens in de printer is vervuild.
• Afdrukmedia die niet voldoen aan de
gebruiksrichtlijnen, zoals media die
erg ruw of nat zijn.
• De ingestelde papiermedia voor
afdrukken komt niet overeen met de
geladen papiermedia.
• Het interieur van de printer is smerig.
Toner is
• Beschadigde lasertonercartridge.
verwijderd
• De onderdelen in de printer zijn
beschadigd.
• Reinig de lasertonercartridge.
• Het interne onderdeel van de
lasertonercartridge is beschadigd.
• Het interne reflecterende glas van de
laserprinter is vuil.
verticale zwarte
• Het is smerig op het invoerkanaal.
strepen
• Als er tijdens het kopiëren of
Oplossing
• Houd u bij het gebruik van de
afdrukmedia aan het specificatiebereik.
• Stel de afdrukresolutie en concentratie
in of annuleer de aangevinkte
tonerspaarstand in het programma.
• Gebruik de originele
lasertonercartridge.
• Gebruik de originele
lasertonercartridge.
• Houd u bij het afdrukken aan het
specificatiebereik voor de afdrukmedia.
• Maak de papierbaan schoon.
• Reinig de glasplaat.
• Houd u bij het afdrukken aan het
specificatiebereik voor de afdrukmedia.
• Maak de papierbaan schoon.
• Gebruik de originele
lasertonercartridge.
• Reinig de LSU-lens.
• Houd u bij het afdrukken aan het
specificatiebereik voor de afdrukmedia.
• Gebruik het juiste afdrukmateriaal
• Reinig de binnenkant van de printer.
• Gebruik de originele
lasertonercartridge.
• Reinig of vervang door een nieuwe
lasertonercartridge.
• Maak het reflecterende glas van de
laser aan de achterkant van de printer
schoon.
• Reinig het invoerkanaal aan de
achterkant van de printer.
46