Oorzaak van het in
3
werking treden van het
alarm
10
Nadat het alarm is gedeactiveerd,
geeft de DWA-controlelamp een
minuut lang de oorzaak van het
eventueel in werking getreden
alarm weer:
1x knipperen: bewegingssen-
sor; motorfiets is naar voren/
achteren gekanteld
2x knipperen: bewegingssen-
z
sor; motorfiets is zijwaarts ge-
kanteld
3x knipperen: contact met niet
bevoegde sleutel ingeschakeld
4x knipperen: DWA van de
accu losgekoppeld
Aanduiding van alarm
Is na de laatste inschakeling van
de alarmfunctie een alarm geac-
tiveerd, dan wordt hier na inscha-
kelen van het contact door een
eenmalig signaal op gewezen.
Deactivering
Alarmfunctie uitschakelen
Toets 2 van de afstandsbedie-
ning eenmaal bedienen of con-
tact met een bevoegde sleutel
inschakelen.
De alarmfunctie kan alleen
met de contactsleutel wor-
den gedeactiveerd, wanneer de
noodstopschakelaar zich in de
bedrijfsstand bevindt.
Wordt de alarmfunctie via
de afstandsbediening ge-
deactiveerd en wordt vervolgens
niet het contact ingeschakeld,
dan wordt de alarmfunctie bij ge-
programmeerde "Activering na
contact uit" na 30 seconden au-
tomatisch weer actief.
Knipperlichten gaan eenmaal
kort branden.
Alarmtoon klinkt eenmaal (in-
dien geprogrammeerd).
De alarmfunctie is uitgescha-
keld.
Behoud van de accu
Na circa een uur in geactiveerde
toestand schakelt de ontvanger
voor de afstandsbediening in de
DWA uit om de accucapaciteit
te sparen. Om de alarmfunctie
na deze periode uit te schakelen
moet het contact worden inge-
schakeld.