Inhoudsopgave
Advertenties
4
NHR‐X‐X toevoerhoppers
Basisinstallatie en aansluitingen
P/N 7593416_01
Deze hoppers worden voornamelijk gebruikt met Nordson
handpoederspuitpistolen en -besturingseenheden gemonteerd op twee
verrijdbare plateaus. De pistoolbesturing regelt ook de fluïdisatie,
atomerisatie en de hoeveelheid lucht.
Zie afbeelding 2.
1. Controleer of de fluïdisatietrommel (6) en het deksel (2) stevig op het huis
(3) zijn geklemd en of alle pakkingen onbeschadigd zijn en goed
afdichten.
2. Sluit de 10 mm flexibele luchtslang aan op de fitting met het
fluïdisatiesymbool of AUX aan de achter‐ of zijkant van de
besturingseenheid, of op een ander toevoerpunt van afgeregelde
fluïdisatielucht. Sluit het andere uiteinde van de slang aan op de
verstuivingsluchtconnector (5).
WAARSCHUWING: Alle elektrisch geleidende uitrusting in de spuitruimte
moet geaard zijn. Op niet of slecht geaarde apparatuur kan zich een
elektrostatische lading opbouwen waardoor medewerkers zware schokken
kunnen oplopen of er vonken kunnen overspringen die brand of een explosie
doen ontstaan.
3. Voor losstaande hoppers dient de bij de hopper geleverde aardekabel op
het aardetapeind (4) aan te worden gesloten. Sluit de veerklem aan op
een rechtstreekse aardverbinding.
Voor hoppers op een dolly voor mobiel poedersysteem dient de
aardekabel van de dolly op het aardetapeind (4) aan te worden gesloten.
4. Sluit de bij de hopper geleverde aardekabel vanaf een rechtstreeks
aardingspunt aan op het aardetapeind (4).
5. Zorg ervoor dat de o‐ringen van de pompadapter goed in de
adaptergroeven liggen. Plaats de pomp met een lichte draaiende
beweging op de adapter.
6. Sluit de met de hopper meegeleverde flexibele beluchtingsslang aan op
de adapter voor de ontluchtingsslang (1). Bevestig de slang met een
slangklem aan de adapter. Sluit het andere slanguiteinde aan op de
poedervanger van de spuitcabine, om te voorkomen dat afgeblazen
poeder de omgevinglucht vervuilt.
E2016 Nordson Corporation
Advertenties
Inhoudsopgave
