zijn, wordt pijn niet zo acuut gevoeld.
Wanneer moet u Alternate Site Testing (AST –
Prikken op een andere plek) gebruiken?
Voedsel, medicatie, ziekte, stress en lichaamsbeweging kunnen
de bloedsuikerspiegel beïnvloeden. Capillair bloed uit de
vingertoppen geeft deze veranderingen sneller weer dan
capillair bloed van andere plaatsen. Als u bloedglucosespiegels
test tijdens of onmiddellijk na de maaltijd of tijdens het sporten,
of wanneer een van de hierboven genoemde omstandigheden
van toepassing is, neem dan alleen een bloedstaal uit uw
vingertoppen. AST mag alleen worden gebruikt in stabiele
situaties wanneer de glucosewaarden niet snel veranderen.
Alternate Site Testing (AST – Prikken op een andere plek) is
geschikt in de volgende gevallen:
- vóór het eten of tijdens het vasten (twee uur of meer na de
laatste maaltijd);
- twee uur of meer na inname van insuline;
- twee uur of meer na het sporten.
Let op:
- Alternate Site Testing (AST – Prikken op een andere plek) mag
niet worden uitgevoerd om continue glucosemonitoringsyste-
men (CGM's) te kalibreren.
- Resultaten van AST mogen niet worden gebruikt bij berekenin
gen van insulinedoseringen.
- Gebruik AST niet als:
• U denkt dat uw bloedglucoseniveau laag is (hypoglykemie).
• U niet weet dat u mogelijk hypoglykemie hebt.
• U op hyperglycemie test.
• Uw AST-resultaten niet overeenkomen met hoe u zich voelt.
• Uw dagelijkse glucoseresultaten vaak schommelen.
30