8 PROBLEMEN OPLOSSEN
EN LEKKEN DETECTEREN
8.1 Schema voor problemen oplossen
Symptoom
Compressor werkt niet
Koelcapaciteit te laag
De compressor wordt uitge-
schakeld, omdat de lagedruksen-
sor een extreem lage waarde
heeft gemeten.
De compressor wordt uitge-
schakeld, omdat de hogedruk-
sensor een extreem hoge waarde
heeft gemeten.
Grote hoeveelheid bevroren op
de verdamper.
8.2 Lekken detecteren
Het koelsysteem moet als voorzorgsmaatregel tenminste één
keer per jaar worden geïnspecteerd om eventuele lekken te
detecteren. Deze inspectie moet worden gedocumenteerd.
Als het koelsysteem lekt, wordt dit eerst merkbaar door
verminderde koelprestaties of, als het om een groot lek gaat,
wanneer de koelunit helemaal niet werkt.
Als u vermoedt dat het koelsysteem koelmiddel lekt, contro-
leert u het niveau van het koelmiddel in het peilvenster dat
zich op de vloeistoflijn van de koelunit bevindt.
Als u continu een grote hoeveelheid luchtbellen in het
peilglas ziet en de koelunit met een aanzienlijk lagere capac-
iteit dan normaal werkt, is er waarschijnlijk een lek in het sys-
teem. Wanneer er een of enkele luchtbellen te zien zijn als de
koelunit wordt opgestart, hoeft een normale of verminderde
werking niet te betekenen dat er onvoldoende koelmiddel is.
We behouden het recht voor om specificaties te wijzigen.
Mogelijke oorzaak
Spanning is geïsoleerd.
Onjuiste fasevolgorde.
Het veiligheidscircuit van de compressor is onderbro-
ken.
Defecte compressor.
Spanning is geïsoleerd.
Onjuiste fasevolgorde..
Geen luchtstroom of te lage luchtstroom over de
verdamper.
Thermostaat/regelapparatuur incorrect ingesteld of
defect.
Onvoldoende koelmiddel.
Geen luchtstroom of te lage luchtstroom over de
verdamper.
Expansieventiel is defect.
De lagedrukschakelaar is defect.
Geen luchtstroom of te zwakke luchtstroom over de
condensor.
Extreem hoge temperatuur afvoerlucht
De hogedrukschakelaar is defect.
Expansieventiel is defect of onjuist ingesteld.
Geen luchtstroom of te lage luchtstroom over de
verdamper.
Maatregel
Controleer de werk-/veiligheidsschakelaar. Controleer
de zekeringen.
Controleer en wijzig de fasenvolgorde.
Controleren, indien nodig resetten.
Vervang de compressor.
Controleer de werk-/veiligheidsschakelaar. Controleer
de zekeringen.
Controleer en wijzig de fasenvolgorde.
Controleer de luchtstroom.
Pas de instelling aan of vervang defecte onderdelen.
Het koelsysteem lekt. Dicht het lek en vul bij met
koelmiddel.
Controleer de luchtstroom.
Controleer, vervang.
Controleer, vervang.
Controleer de luchtstroom.
Controleer de temperatuur van de afvoerlucht.
Controleer, vervang.
Controleer. Vervang of pas de instelling aan.
Controleer de luchtstroom.
Als u luchtbellen in het peilglas ziet en de koelunit met een
aanzienlijk lagere capaciteit dan normaal werkt, moet u
vakkundige hulp inroepen.
N.B.! Onderhoudswerk in het koelmiddelsysteem mag uits-
luitend worden uitgevoerd door een erkend inspectiebedrijf
(een bedrijf met de vereiste autorisatie).
NL.COOLDX.IN.G.210705
www.swegon.com
23