Voorzichtig!
Schakelaar (SF1) mag niet in stand " " of "
worden gezet voordat de F1255PC met water
is gevuld. Anders kunnen de temperatuurbe-
grenzer, thermostaat, compressor of elektri-
sche bijverwarming beschadigd raken.
Elektrisch verwarmingsvermogen in noodstand
Het vermogen van het elektrische bijverwarmingsele-
ment in de noodstand wordt ingesteld met een dip-
switch (S2) op de printplaat van het elektrische bijver-
warmingselement (AA1) volgens de onderstaande ta-
bel. De fabrieksinstelling is 3,5 kW voor F1255PC.
3x400 V
kW
1
0,5
aan
1,0
uit
1,5
aan
2,0
uit
2,5
aan
3,0
uit
3,5
aan
4,0
uit
4,5
aan
5,0
uit
5,5
aan
6,0
uit
6,5
aan
1x230V
kW
1
0,5
aan
1,0
uit
1,5
aan
2,0
uit
2,5
aan
3,0
uit
3,5
aan
4,0
uit
4,5
aan
22
Hoofdstuk 5 |
Elektrische aansluitingen
2
3
4
uit
uit
uit
uit
aan
uit
uit
aan
uit
uit
uit
uit
aan
uit
uit
uit
aan
uit
aan
uit
aan
uit
aan
uit
aan
aan
aan
uit
aan
aan
uit
aan
uit
uit
aan
aan
uit
uit
aan
aan
aan
uit
aan
aan
aan
uit
aan
2
3
4
uit
uit
uit
uit
aan
uit
uit
aan
uit
uit
aan
uit
uit
aan
uit
uit
aan
uit
aan
uit
aan
uit
aan
uit
aan
uit
aan
uit
aan
uit
aan
1x230 V en 3x400 V
"
In de afbeelding wordt de dip-switch (AA1-SF2) in de
fabrieksinstelling getoond, d.w.z. 3,5 kW voor F1255PC.
5
6
uit
uit
Noodstand thermostaat
uit
uit
De aanvoertemperatuur wordt in de noodstand inge-
uit
uit
steld met een thermostaat (FD1-BT30). Deze kan wor-
den ingesteld op 35 (voorinstelling, bijvoorbeeld
uit
vloerverwarming) of 45 °C (bijvoorbeeld radiatoren).
uit
uit
uit
uit
aan
uit
aan
aan
aan
aan
aan
5
6
uit
uit
uit
uit
uit
uit
uit
aan
uit
aan
uit
uit
aan
aan
K
L E
NIBE™ F1255PC