9. Draai de laser in de richting van de klok zodat de voorwaartse
laserlijn door punt d1 op de tafel en punt d2 op muur D heen "snijdt".
10. Markeer het centrale punt op de zijwaartse laserlijn op 2
posities. Punt a3 op de tafel bij de laser bij punt a1 en punt a4
op muur A naast punt 2a (Zie schema 13)
11. Bereken de afstanden:
12. Het verschil tussen Δ2 – Δ1 mag niet meer dan 3 mm zijn,
is dit wel het geval dan brengt u de laser voor reparatie naar
een erkend vakman.
24
schema 13
Δ1= van a1 tot a3
Δ2= van a2 tot a4