Veiligheidsvoorzorgen
WAARSCHUWING
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen om letsel of
brand te voorkomen:
Steek of laat nooit metalen voorwerpen achter
(zoals muntjes of metalen gereedschap) in het
apparaat.
Accessories
1
2
3
Installatieprocedure
1
Om kortsluiting te voorkomen moet u de
sleutel uit het contactslot halen en de
accuklem losmaken.
2
Maak voor ieder apparaat de juiste ingaande
en uitgaande draadverbindingen.
3
Sluit de draad aan op de kabelbundel.
4
Sluit de connector van de kabelbundel aan
op het apparaat.
5
Installeer het apparaat in uw auto.
6
Sluit de
accuklem weer aan.
7
Druk op de reset-knop.
14
Nederlands
• Het monteren en aansluiten van dit product
vereist kennis en ervaring. Laat met het oog
de veiligheid het monteren en aansluiten
over aan een vakman.
• Zorg ervoor dat de massa-aansluiting van het
apparaat is verbonden met de negatieve 12
VDC voeding.
• Installeer het apparaat niet op een plaats
waar het blootstaat aan direct zonlicht, grote
hitte of vocht. Vermijd ook plaatsen met veel
stof of waterspatten.
• Zorg ervoor dat alle draadaansluitingen
stevig vastzitten door de stekkers in te steken
tot geheel vastklikken.
• Gebruik een in de handel leverbare
..........1
adapterconnector als de connector niet in de
connector van het voertuig past.
• Isoleer niet-aangesloten draden met
vinyltape of soortgelijk materiaal. Verwijder
niet de afsluitdoppen op de uiteinden van
niet-aangesloten draden of aansluitklemmen.
..........2
• Als de zekering doorbrandt, controleer
dan eerst of de draden elkaar niet raken en
kortsluiting maken, vervang daarna de oude
zekering door een met een gelijke sterkte.
• Nadat het apparaat is geïnstalleerd, moet u
..........2
controleren of de remlichten, knipperlichten,
richtingaanwijzers, enz. van de auto correct
werken.