Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Werking Van De Modulerende Pomp - AGPO HR ULTIMA A 2238A Gebruikers- En Montagehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

13.5 Werking van de modulerende cv-pomp
Met de modulerende cv-pomp levert de ULTIMA automatisch de benodigde waterstroom die nodig is om de gevraagde
warmte over te dragen aan de cv-installatie. Bij het terugmoduleren van de cv-pomp wordt door de lagere waterstroom het
stromingsgeluid in de cv-installatie minder en zal er minder elektrische energie worden gebruikt.
Hieronder wordt de werking van de modulerende cv-pomp op 3 cv-installaties, met verschillende weerstanden, uitgelegd.
1 Een cv-installatie
met een lage weerstand
De grafieken 1a, 2a en 3a geven de cv-aanvoer- en retourtemperaturen aan bij een vast pomptoerental.
1a
T 4
Niveau brandermodulatie [in %]
De modulerende cv-pomp probeert het temperatuurverschil tussen cv-aanvoer en cv-retour op 15
1b
T 15
Niveau brandermodulatie [in %]
Het modulatieniveau van de cv-pomp, waarvan de invloed te zien is in de grafieken 1b, 2b en 3b.
1c
Niveau brandermodulatie [in %]
13.5
Uitleg over de regeling van de modulerende cv-pomp
Op de cv-wisselaar zitten 2 sensoren, die de cv-aanvoer-
en de cv-retourtemperatuur meten. De regeling van de
modulerende cv-pomp gebruikt deze twee temperaturen
om m.b.v. zijn modulatieniveau de benodigde waterstroom
door de cv-installatie af te stemmen op het geleverde
vermogen van de brander. De gemeten
+/- 15
C gehouden. Het modulatieniveau van de cv-pomp
o
wordt als volgt geregeld (in stapjes van 10%):
-
De gemeten
T is bijvoorbeeld 4
-
Om een
T van 15
C te bereiken ................... figuur 1b
o
moet de cv-pomp op 4/15 = 30% van zijn capaciteit
gaan draaien.
........................................... figuur 1c
Bij een
T > 15
C: de pomp gaat harder draaien.
o
Bij een
T < 15
C: de pomp gaat zachter draaien.
o
Standaard staat de pompregel
waarde kan met parameter 18 van het installateursmenu
aangepast worden: max. 18, i.v.m. het maximaal toege-
stane temperatuurverschil t.b.v. de branderregeling (22
40
2 Een cv-installatie met de
max. toegestane weerstand
2a
T 13
T 6
2b
T 15
T 15
2c
T wordt op
C ................ figuur 1a
o
T ingesteld op 15
C. Deze
o
C).
o
3 Een cv-installatie met
T 20
T 20
= cv-aanvoertemperatuur
Bijzondere situaties:
a. Tijdens de opstartfase staat het modulatieniveau van de
cv-pomp op 60%. Hiermee wordt bij de opstart van het
toestel altijd een minimale waterstroom gewaarborgd.
b. Bij problemen met stromingsgeluid in de cv-installatie
kan het toerental met paramater 8 uit het
installateursmenu begrensd worden.
c. De
T wordt groter dan 15
oploopt terwijl de cv-pomp al op zijn maximum
modulatieniveau werkt (zie figuur 2b en 3b).
d. Als de weerstand van de installatie zo hoog is dat de
boven de 22
C uitkomt, grijpt de branderregeling in en
o
beperkt het vermogen van de brander. Zo kan bijvoor-
beeld zowel in figuur 3a als in figuur 3b het brander
vermogen niet boven de 80% uitkomen. In dit geval is
door de te hoge weerstand van de cv-installatie een
open verdeler en extra installatiepomp noodzakelijk.
De cv-pomp wordt met een PWM-signaal (Puls Width
Modulation) modulerend aangestuurd door de hoofdprint.
een te hoge weerstand
3a
T 22
T 8
C te houden.
o
3b
T 22
T 15
3c
= cv-retourtemperatuur
C als de brandermodulatie
o
T

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor AGPO HR ULTIMA A 2238A

Inhoudsopgave