4.2. Cv-systeem
Opmerking
De aansluiting op het toestel is niet maatgevend voor de
diameter van de binnenhuisaansluiting.
De warmtepomp kan worden aangesloten op de volgende
afgiftesystemen:
Wand-, vloer- of plafondverwarming (leidingen zijn verwerkt in
●
wand, vloer of plafond)
LT-radiatoren (overgedimensioneerde radiatoren)
●
LT-convectoren (groter dan standaard convectoren)
●
Zorg dat het afgiftesysteem ook geschikt is voor het koelen van de
woning.
De toegepaste leidingen moeten voldoen aan de voorschriften zoals
beschreven in
Eisen cv-systeem op pagina
Spoel het leidingsysteem grondig door voor installatie en/of
●
ingebruikname.
Plaats afsluiters in het leidingsysteem voor
●
servicewerkzaamheden of vervanging van de warmtepomp.
Alle leidingen moeten ontluchtend worden aangelegd.
●
In het leidingsysteem moet een voorziening voor ontluchting
●
worden opgenomen; zoals bijvoorbeeld automatische
ontluchters.
Houd de leidinglengte tussen de warmtepomp en de grootste
●
afname van verwarming (woonkamer) zo kort mogelijk ter
voorkoming van warmteverlies.
Bochten in het leidingwerk bij voorkeur gebogen of met
●
bochtstukken uitvoeren.
Alle leidingen tussen de warmtepomp en
●
vloerverwarmingsverdeler moeten thermisch en dampdicht
geïsoleerd worden met ammoniakvrij isolatiemateriaal.
De vloerverwarmingsverdeler is uitgevoerd in non-
●
ferromateriaal en moet thermisch en dampdicht geisoleerd
worden met ammoniakvrij isolatiemateriaal.
De vloerverwarmingsverdeler moet altijd goed bereikbaar zijn
●
voor het inregelen, controleren en onderhouden van het
afgiftesysteem.
De groepen van de vloerverwarming moeten afzonderlijk
●
(1)
instelbaar zijn.
Monteer een elektrisch bedienbare afsluiter op de
●
badkamergroep om tijdens koelen deze groep af te sluiten; zie
ook Optie: Afsluiter badkamergroep op pagina 47.
Monteer een drukverschilregelaar zo ver mogelijk van de
●
warmtepomp, op een goed bereikbare plaats, tussen de cv-
(1)
aanvoer en cv-retour.
Stel de drukverschilregelaar in op 25 kPa.
Monteer een overdrukventiel, op een goed bereikbare plaats, in
●
de cv-aanvoerleiding binnen 0,5 meter afstand van de
warmtepomp. Stel het overdrukventiel in op 300 kPa.
42
8.
(1)
Monteer een expansievat (voordruk 1 bar), achter de
●
drukverschilregelaar, in de cv-retourleiding. Voor
ruimtebesparing kan het expansievat achter de warmtepomp
gemonteerd worden met de Itho Daalderop Aansluitset CV-
BRON+EXPANSIEVAT.
Het expansievat is geschikt voor een non-ferro systeem en moet
●
afgestemd zijn op de waterdruk en inhoud van het cv-systeem.
Monteer een vulkraan, op een goed bereikbare plaats, in de cv-
●
aanvoerleiding in de installatieruimte. Het vulpunt moet
beveiligd worden met een terugstroombeveiliging wanneer
gevuld via de drinkwaterleiding.
1) Geldt niet bij toepassing van de Itho Daalderop zoneregeling; Autotemp
Spider.
4.2.1. Zoneregeling
ä
Let op!
Alleen de Itho Daalderop zoneregeling Autotemp Spider is
geschikt voor de WPU warmtepomp.
Gebruik van een andere zoneregeling is niet toegestaan.
Itho Daalderop Autotemp Spider is een optionele zoneregeling die
het mogelijk maakt om de temperatuur in meerdere ruimten
onafhankelijk van elkaar te kunnen regelen. Deze actieve
temperatuurregeling zorgt er voor dat op basis van de gewenste
temperatuur per ruimte, de verwarming of koeling verdeeld wordt.
De Spider WP Kamerthermostaat in de woonkamer is de
hoofdthermostaat en bepaalt of er in de gehele woning verwarmd of
gekoeld wordt. Het is niet mogelijk om met alleen de
hoofdthermostaat de temperatuur in de verschillende ruimten
afzonderlijk te regelen.
De temperatuurregeling in de andere ruimten gebeurt met een
eigen Spider thermostaat. Ook als de woonkamer op temperatuur
is, zorgt Autotemp Spider voor de gewenste temperatuur in andere
ruimten. Autotemp Spider communiceert draadloos met maximaal
twaalf thermostaten.