Bediening
Batterij plaatsen
Let op
Zorg dat het oppervlak van het apparaat droog is en
het apparaat is uitgeschakeld.
27
28
1. Open het batterijvak door het batterijvakdeksel (28) met
uw vingers open te klappen.
2. Verbind de nieuwe batterij (1 x batterij 9 V blok) met de
juiste polen van de batterijclip (27).
3. Plaats de batterij in het batterijvak.
4. Sluit het batterijvakdeksel (28).
Meting uitvoeren
Info
Houd er rekening mee dat bij het wisselen van de
gebruikslocatie van een koude naar een warme
omgeving condensvorming op de printplaat van het
apparaat kan ontstaan. Dit natuurkundig effect, dat niet
te voorkomen is, vervalst de meting. Het display toont
in dit geval geen of verkeerde meetwaarden. Wacht
enkele minuten tot het apparaat zich heeft ingesteld op
de gewijzigde omstandigheden, voordat u een meting
uitvoert.
• Zorg dat het te meten oppervlak vrij is van stof, vuil en
dergelijke substanties.
• Om bij sterk reflecterende oppervlakken een nauwkeuriger
meetresultaat te bereiken, voorziet u het van matte tape of
matzwarte verf met een zo hoog mogelijke en bekende
emissiegraad.
• Houd rekening met de verhouding van 75:1 tussen de
afstand en de meetvlekdiameter. Voor nauwkeurige
metingen moet het meetobject minimaal twee keer zo
groot zijn dan de meetvlek.
8
Ga als volgt te werk, voor het uitvoeren van een meting:
1. Richt het apparaat op het te meten object.
2. Druk op de meettoets (8). De meettoets (8) ingedrukt
houden, als u een langere meting wilt uitvoeren.
ð Het apparaat schakelt in en voert een meting uit.
ð Op het display verschijnt het symbool SCAN (12). De
actuele meetwaarde wordt weergegeven.
3. De meettoets (8) loslaten.
ð Het apparaat stopt de meting. Op het display verschijnt
het symbool HOLD (12).
ð Afhankelijk van de instelling van het apparaat wordt de
Max/Min-waarde of Avg/Dif-waarde van de laatste
meting weergegeven.
Instellingen
In de onderste regel van het display wordt een driedelig menu
weergegeven. In dit menu kunnen verschillende instellingen
worden geselecteerd. Met de toets Modus (3) kunt u de
verschillende menu's doorlopen.
Voorbeeld van een menu:
MxMn
Het menu wordt als volgt aangestuurd:
• Met de toets F1 (4) wordt de linker functie geselecteerd, in
het voorbeeld MxMn.
• Met de toets F2 (5) wordt de middelste functie
geselecteerd, in het voorbeeld Save.
• Met de toets F3 (2) wordt de rechter functie geselecteerd,
in het voorbeeld Avg.
De volgende menuvarianten zijn mogelijk:
Variant
Betekenis
MxMn
Maximale/minimale waarde
Save
Meetwaarde opslaan
Avg
Gemiddelde waarde
Unit
Eenheid
Mem
Memory-functie
Ɛ
Emissiegraad
Permanente meting
Lit
Displayverlichting
Laser
Laserpointer
Hi
Bovenste alarmdrempel
Set
Instellingen
Lo
Onderste alarmdrempel
pyrometer TP10
Save
Avg
NL