Gebruikershandleiding en Inspectieboekje
Overzicht
Gasflessenkast
Afb. 69: Gasflessenkast, afgesloten
Gasvoorziening met lagedrukregelaar en lagedrukslang
Afb. 70: Gasfles met lagedrukregelaar en
lagedrukslang
90
De gasflessenkast is aan de voorkant boven de dissel
aangebracht. Hier bevinden zich de gasfleshouder en de
gasdrukregelaar.
AANWIJZING
Afhankelijk van de gekozen uitvoering kan een
gasdrukregelset (optioneel) met automatische
omschakelfunctie voorgemonteerd zijn.
Door de slothendel te ontgrendelen en te draaien, kan het
deksel van de flessenkast worden ontgrendeld. Vervolgens
kan het deksel omhoog geklapt worden.
Er is standaard een flexibele gasslang met drukreductieklep
geïnstalleerd om op de gasfles aan te sluiten. De
drukreductieklep is voorzien van een wartelmoer met linkse
schroefdraad en mag uitsluitend handvast op de gasfles worden
vastgeschroefd. De gasslang en de drukregelaar moeten bij elke
gascontrole op dichtheid worden onderzocht en in geval van
gebreken worden vervangen, maar moeten uiterlijk aan het einde
van de toegestane gebruiksduur worden vernieuwd.
De gasfles in de gasflessenkast zetten en vastsjorren met de
borgriem.
Drukreductieklep direct op de schroefdraad van de uitlaatklep
op de gasfles schroeven en handmatig vastdraaien.
2339431