Controleer of de stopschakelaar in de
stand I staat.
Controleer of de brandstoftank minimaal op
25% van de inhoud is gevuld.
Controleer of het luchtfilter schoon is.
Verwijder de bougie, maak hem droog,
reinig hem en monteer hem. Indien nodig
vervangen.
Controleer de schroeven van de carbura-
teur en stel ze eventueel af.
Vervang het brandstoffilter. Raadpleeg uw
leveancier.
Volg de montageprocedures van de sni-
juitrusting.
Controleer of de metalen onderdelen
scherp zijn, is dit niet het geval neem dan
contact op met uw leverancier.
De motor blijft problemen geven: wend u tot uw erkende leverancier.
In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie voor het
behoud van de ecologische kenmerken die in de
ontwikkelingsfase van de machine werden vast-
gesteld, een correct gebruik van de machine en
de verwerking van olie en brandstof.
1. ONTWERP
In de ontwerpfase werd onderzoek gedaan naar
een motor met een beperkt verbruik en lage uit-
stoot van vervuilende uitlaatgassen.
2. GEBRUIK VAN DE MACHINE
De werkzaamheden voor het vullen van de meng-
tank moeten zo worden uitgevoerd dat geen loz-
ing van de brandstof in het milieu wordt veroorza-
akt.
NEDERLANDS - 8
Tabel storingsopsporing
De motor
start niet
•
•
•
•
Ecologische informatie
3. LANGE PERIODES VAN STILSTAND
Maak de tank altijd leeg en volg daarbij dezelfde
aanwijzingen als bij het vullen.
4. SLOOP
Voorkom lozing in het milieu van de uit gebruik
genomen machine; lever hem in bij de
aangewezen instellingen voor afvalverwerking vol-
gens de geldende wettelijke voorschriften.
De motor draait
De machine start
slecht of verliest
vermogen
•
•
•
•
•
wel maar knipt
niet goed
•
•