RED RUNNER / GREEN RUNNER
BELANGRIJK
∙ Een snellere rotatiesnelheid is aangewezen bij het gebruik van een laserontvanger.
∙ Hoe trager de rotatiesnelheid, hoe beter zichtbaar de laserlijn voor het blote oog.
Hellingen
Het toestel toont standard een 100% horizontale laserlijn ("waterpaslijn"). Power indi-
cator (9) licht continu op. Indien nodig kan het toestel ook een laserlijn projecteren
onder een helling.
Om hellingen in te stellen dient u een aantal stappen in de juiste volgorde te volgen.
1.
Zorg eerst dat de laser in de juiste as-richting geplaatst wordt, dit parallel met
de in te stellen hellingslijn. Bijvoorbeeld voor het laten afwateren van een riole-
ringsbuis, plaatst u het apparaat parallel in de richting van waar de buis geplaatst
dient te worden. Gebruik hiervoor de as aanduiding op de bovenzijde van het
apparaat (1): X of Y - as.
2.
Schakel vervolgens het apparaat aan (6) en laat het toestel nivelleren.Schakel de
hellingsmodus in door middel van de hellingsfunctietoets (13) van de afstands-
bediening en kies een vaste afstand in de richting van de in te stellen helling. Bv.
10m.
3.
Plaats de ontvanger d.m.v. de meetlathouder op een meetlat en schuif de ont-
vanger langs de meetlat totdat de horizontale laserstraal precies in het midden
van de ontvanger staat.
4.
Positioneer vervolgens de ontvanger op de gewenste helling. Indien u bijvoor-
beeld een helling van 2% (2cm per meter) wenst in te stellen en u staat 10 m
van het apparaat vandaan, dan dient u de ontvanger 20 cm boven of onder de
horizontale waterpaslijn langs de meetlat te plaatsen.
5.
Verander nu de helling van de laserstraal door gebruik te maken van de pijltoet-
sen (15), totdat de laserstraal in het midden van de ontvanger staat. Wisselen
tussen x- en y-as doet u met de x-/y-as-toets (16).
HANDLEIDING
5