(a)
De aangegeven spanningswaarden zijn de middelpunten van elk
stapbereik.
(b)
De in de tabel aangegeven capaciteiten zijn niet precies. De
compressorfrequentie kan variëren en zal invloed hebben op de
systeemcapaciteit.
▪ De systeemrespons op de 0–10 V DC output van de (lokaal
voorzien) controller is dezelfde bij koelen en verwarmen. 10 V
betekent 100% systeemcapaciteit bij koelen en verwarmen. De
controller output een 0–10 V DC-signaal op basis van ∆T (voor de
definitie van ∆T, zie
"11.2.1 X-regeling: Werking met 0-10 V DC
capaciteitsregeling" [ 4 11]).
▪ In de tabel hierna vindt u een voorbeeld.
▪ Een ∆T van 4°C bij koelen betekent dat de (lokaal voorziene)
controller 10 V moet outputten, zodat de koelcapaciteit 100% is.
▪ Een ∆T van 4°C bij verwarmen betekent dat de (lokaal
voorziene)
controller
0 V
verwarmingscapaciteit 0% (UIT) is.
Werking
Streeftempera
tuur
temperatuur
Koelen
24°C
Verwarmen
24°C
Dit betekent dat de respons van de (lokaal voorziene) controller
moet worden omgedraaid voor koelen of verwarmen.
11.2.4
Z-regeling: Regeling aanzuiglucht
Deze regelmethode komt overeen met de standaard Daikin regeling
aanzuiglucht, zoals voor normale VRV-binnenunits. De koel-/
verwarmingslast wordt bepaald op basis van het verschil tussen de
aanzuigluchttemperatuur en het instelpunt.
Het instelpunt kan op twee verschillende manieren worden ingesteld
instellingen" [ 4 30]):
(zie 11(21)–12 in
"16.2 Lokale
▪ Met behulp van een Daikin afstandsbediening
▪ Met behulp van een 0-10 V DC spanningssignaal op C1C2,
volgens de tabel hieronder:
Output van
Output
controller [V] (lokaal
capaciteitsniveau
voorzien)
<1,5
Niveau 1
1,5≤x<3,5
Niveau 2
3,5≤x<6,5
Niveau 3
6,5≤x<8,5
Niveau 4
≥8,5
Niveau 5
11.2.5
Z'-regeling: Regeling uitblaaslucht
Regeling uitblaaslucht lijkt op regeling aanzuiglucht, maar de koel-/
verwarmingslast wordt geschat door het verschil tussen de
uitblaasluchttemperatuur en het instelpunt.
Het instelpunt kan via lokale instellingen worden ingesteld op de
Daikin
afstandsbediening
(zie
instellingen" [ 4 30]).
"16.2 Lokale
INFORMATIE
Het instelpunt rechtstreeks op de Daikin afstandsbediening
veranderen
heeft
geen
uitblaasluchttemperatuur. Het instelpunt voor regeling
uitblaaslucht kan alleen worden veranderd door middel van
de lokale instelling.
EKEACBVE + EKEXVA50~500
Optiekit voor combinatie van buitenunits van Daikin met lokaal
geleverde luchtbehandelingsunits
4P724517-1 – 2023.06
moet
outputten,
zodat
Feitelijk
∆T
Vereiste
gemeten
systeemres
pons
28°C
+4°C
Hoge
capaciteit
(10 V)
28°C
+4°C
Geen
capaciteit
(0 V)
T
[°C]
set
16
20
24
28
32
14(24)–10
en
14(24)–11
invloed
op
het
instelpunt
11.3
Werkingssignalen
Inputsignalen:
Signaal
C1C2: 0-10 V DC
spanningssignaal
T1T2: Werking AAN/UIT
de
T3T4: Koelen/verwarmen
T5T6:
▪ Toepassing met R410A: AHU
ventilator storing
▪ Toepassing met R32: Storing
luchtstroomcirculatie (onveilig
scenario)
Outputsignalen:
Signaal
K1K2: Foutstatus EKEA
K3K4: AHU ventilator aan
K5K6: Compressorwerking
K7K8: Ontdooien
K9K10: R32 alarm
T1T2
De reactie van EKEA op het T1T2-inputsignaal kan worden ingesteld
via lokale instelling 12(22)–1 (zie
T3T4
Gebruik van het T3T4-inputsignaal:
▪ Zie 11(21)–13 in
"16.2 Lokale
▪ Zie
"16.1 Besturingskast
▪ Wanneer u T3T4 op de master EKEA wilt gebruiken, moet deze
master EKEA eerst als master koelen/verwarmen worden
ingesteld. Zie de uitgebreide handleiding voor de gebruiker van de
afstandsbediening.
T5T6
in
In het geval van toepassingen met R410A of R32 waarbij geen
veiligheidsmaatregelen zijn vereist, kan de T5T6-input worden
kortgesloten met een fysieke kortsluitbrug, als de AHU niet geschikt
is om deze input te gebruiken.
Opmerking: Het wordt aanbevolen om altijd deze input te gebruiken
om informatie over ventilatorstoringen van de AHU naar de EKEA-
besturingskast te sturen. Dit verhoogt de betrouwbaarheid van het
hele systeem.
11 Over het systeem
Beschrijving
Dit signaal heeft een ander doel
op basis van het geselecteerde
type regeling en de keuze van de
lokale instellingen. Zie de uitleg
van de types regeling en de
beschrijving van de lokale
instellingen.
Dit signaal wordt gebruikt voor X-
en W-regeling, en het is
optioneel voor Z-regeling.
Open: Werking UIT
Gesloten: Werking AAN
Open: Koelen
Gesloten: Verwarmen
Open: Storing
Gesloten: Geen storing
Beschrijving
Open: Fout
Gesloten: Geen fout
Open: Geen ventilator aan
Gesloten: Ventilator aan
Open: Compressor draait niet
Gesloten: Compressor draait
Open: Niet tijdens ontdooien of
olieretour
Gesloten: Tijdens ontdooien of
olieretour
Open: Geen alarm
Gesloten: Alarm
instellingen" [ 4 30]).
"16.2 Lokale
instellingen" [ 4 30].
configureren" [ 4 28].
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
13