Hoof dme nu
Inst all ate ur
Inst all ate ur
Code :?? ??
Inst all ate ur
Conf igu rat ie
Inst all ate ur
Verw arm en
De TR 10 menustructuur
Alleen na invoer van een viercijferige code (zie Installateurshandleiding)
kan men wijzigingen doorvoeren in het installateursmenu (behalve de
Configuratie). Men kan de ingestelde waarden wel altijd bekijken.
Zie Bijlage 9.
Conf igu rat ie
1.B/ W s tan daa rd
Zie Bijlage 3.
Koel reg eli ng
3-we g a fgi fte
Zie Bijlage 3.
Loop tij d k lep
60 sec ond en
Tapw trv erw arm in g
Ext. tap wat erp om p
Buff er par all el
Nee
Nave rwa rme r
Aan
Zie Bijlage 1.
Max. aan v.v erw .
45°C
Zie Bijlage 1.
Rege lte mp. ver w.
Trt
Tg m
Tav
Zie Bijlage 1.
Min. reg el. ver w.
20°C
Zie Bijlage 1.
Voet pu nt ve rst el .
0°C
Zie Bijlage 5.
Hyst .1 ver war me n
4 K
Zie Bijlage 5.
Hyst .2 ver war me n
2 K
Naverwarmer dient Aan te staan in configuratiemenu om in dit menu te komen.
Na ver w.ve rw.
Aa n
Nave rw. uit bo ve n
0° C
t.vertr.naverw.
60 minuten
4
1: B/W standaard; 2: B/W pas. koelen; 3: B/W act. koelen;
4: W/W standaard; 5: W/W ext. scheidingswarmtewisselaar; 6: W/W als
5 + pas. koeling; 7: W/W pas. koeling via int. omloopwarmtewisselaar.
Configuratie 2 heeft een regelende 3-wegklep aan afgiftezijde. Voor
configuratie 6 en 7 kan men een externe regelende 2-wegklep aan
bronzijde of een interne regelende 3-wegklep aan afgiftezijde kiezen.
Geef hier de looptijd van de regelende klep voor koeling op in stappen
van 10 s. Het betreft de looptijd van de volledige slag van de klep.
10 tot 600 seconden
Ext. tapwaterpomp: tapwatercirculatiepomp en externe warmtewisselaar.
Int.warmtew.laar: via condensorcirculatiepomp en interne warmtewisselaar.
Uit: geen tapwaterverwarming.
Indien men hier Ja invoert wordt een afgiftecirculatiepomp
ná de parallelle buffer op de juiste momenten aan- en
uitgezet. Pomp aan te sluiten op TRP 10, X1: 10, 11, 12.
Aan: naverwarmer wordt onder voorwaarden aangestuurd (zie vervolg).
Uit: naverwarmer staat altijd uit.
De maximaal toelaatbare temperatuur in het afgiftesysteem
wordt vastgelegd in het fabrikantmenu en is standaard 55 ° C.
Minimaal 10 ° C
Trt: retourtemperatuur is regeltemperatuur (Tci).
Tgm: gemiddelde temperatuur is regeltemperatuur (Tav + Trt) / 2.
Tav: aanvoertemperatuur is regeltemperatuur (Tau).
Met de minimale regeltemperatuur voor verwarming
kan de stooklijn aan de onderzijde begrensd worden.
5 tot 55 ° C
De voetpuntverstelling bepaalt de verhoging van de stooklijn bij de
genormeerde buitentemperatuur (20 ° C). De stooklijn wordt vlakker.
0 tot Max.aanv.verw. ° C
De schakelhysterese voor de eerste trap ligt symmetrisch rond
de berekende regeltemperatuur: aan weerszijden (Hyst. 1) / 2.
2 (Trt); 4 (Tgm); 6 (Tav) tot 15 K
De schakelhysterese voor de tweede trap ligt boven en onder
de hysterese voor de eerste trap: aan weerszijden Hyst. 2.
1 (Trt); 2 (Tgm); 3 (Tav) tot 15 K
Aan: naverwarmer wordt onder voorwaarden voor ruim-
teverwarming aangestuurd (zie vervolg).
Uit: naverwarmer staat altijd uit voor ruimteverwarming.
De naverwarmer komt niet in bedrijf
boven de ingestelde buitentemperatuur.
–20 tot 20 ° C
De naverwarmer komt bij vraag pas in bedrijf na het ingevoerde
aantal minuten, uitgezonderd bij Noodbedrijf of vorstbeveiliging.
0 tot 99 minuten