FLEXIDOME IP starlight 8000i
Let op:
Een iSCSI-doelopslagapparaat kan alleen worden gekoppeld aan één gebruiker. Als een doel
wordt gebruikt door een andere gebruiker, zorg dan dat de huidige gebruiker het doel niet
meer nodig heeft alvorens de betreffende gebruiker te ontkoppelen.
1.
2.
3.
Modi voor twee SD-kaarten
Wanneer twee SD-kaarten zijn geïnstalleerd, kunnen deze worden gecombineerd voor gebruik
in de volgende modi:
–
–
–
De opname-instellingen van de opnametracks Opn. 1 en Opn. 2 kunnen worden
geconfigureerd onder Opnameprofielen.
Omdat bij gebruik van de modus Redundant de twee opnametracks worden gebruikt, kunnen
de iSCSI-media of VRM-opnamen niet parallel worden gebruikt.
Opslagmedia uitschakelen
Een opslagmedium in de lijst Beheerde opslagmedia kan worden uitgeschakeld. Het wordt
dan niet langer voor opnamen gebruikt.
1.
2.
Opslagmedia formatteren en wissen
Formatteren van het opslagmedium kan nodig zijn om alle gegevens te verwijderen en opnieuw
een geldige bestandsstructuur te creëren, zodat het opslagmedium weer bruikbaar is.
Alle opnamen op een opslagmedium kunnen te allen tijde worden gewist. Controleer de
opnamen vóór verwijdering en maak een back-up van belangrijke sequenties op de harde schijf
van de computer.
1.
Bosch Security Systems B.V.
Dubbelklik in het gedeelte Opslagoverzicht op een opslagmedium, een iSCSI LUN of een
van de andere beschikbare schijven.
–
Het medium wordt als doel toegevoegd in de Beheerde opslagmedia-lijst.
–
Nieuw toegevoegde media worden weergegeven als Niet actief in de kolom Status.
Klik op Instellen om alle media in de lijst Beheerde opslagmedia te activeren.
–
De kolom Status geeft alle media weer als Online.
Schakel het selectievakje in de kolom Opn. 1 of Opn. 2 in om de opnametracks te
specificeren die moeten worden opgenomen op het geselecteerde doel.
Redundant: op de twee SD-kaarten worden dezelfde gegevens opgenomen voor
redundantie-doeleinden.
–
Selecteer op de eerste SD-kaart opnametrack Opn. 1 of Opn. 2.
–
Selecteer op de tweede SD-kaart de andere opnametrack.
Failover: een van de SD-kaarten kan als back-up voor de andere SD-kaart worden
gebruikt.
–
Selecteer op de eerste SD-kaart opnametrack Opn. 1 of Opn. 2.
–
Selecteer op de tweede SD-kaart dezelfde opnametrack als op de eerste SD-kaart.
–
Klik, terwijl de tweede SD-kaart geselecteerd is, op Bewerken en schakel het
selectievakje Gebruiken als failover in.
Uitgebreid: de opname wordt op een van de SD-kaarten opgeslagen tot deze vol is en
wordt vervolgens opgeslagen op de andere SD-kaart. Wanneer deze laatste SD-kaart vol
is, gaat de opname terug naar de eerste SD-kaart en wordt de eerder opgeslagen opname
overschreven.
–
Selecteer op de eerste SD-kaart opnametrack Opn. 1 of Opn. 2.
–
Selecteer op de tweede SD-kaart dezelfde opnametrack.
Klik op een opslagmedium in de lijst Beheerde opslagmedia om het te selecteren.
Klik op Verwijderen onder de lijst. Het opslagmedium wordt uitgeschakeld en uit de lijst
verwijderd.
Klik op een opslagmedium in de lijst Beheerde opslagmedia om het te selecteren.
Bedieningshandleiding
Pagina Configuratie | nl
39
2020-05 | V1.1 | DOC