Installatiehandleiding CM335
7 . 2 I n s t e l l i n g e n " R e g e l i n g K e t e l s t u r i n g "
Ruimtetemp
dag
20°C
Ruimtetemp
nacht
15°C
Ruimtetemp
vakantie
10°C
Buitentemp
voetpunt
20°C
Aanvoertemp
voetpunt
20°C
Buitentemp kli-
– 10°C
maatpunt
Aanvoertemp kli-
maatpunt
80°C
7.2 I n s t e l l i n g e n " R e g e l i n g K e t e l s t u r i n g "
Verschijnt alleen als gekozen voor buitentemperatuur intern of
extern
Stel de gewenste ruimtetemperatuur tijdens dagbedrijf in.
Verschijnt alleen indien gekozen is voor weekklok intern of extern.
Stel de gewenste ruimtetemperatuur tijdens nachtbedrijf in.
Verschijnt alleen indien gekozen voor vakantieklok intern of extern
Stel de gewenste ruimtetemperatuur tijdens vakantiebedrijf in.
Verschijnt alleen als gekozen voor buitentemperatuuropnemer
intern of extern aanwezig is.
Zie 1 in figuur 7.1
Verschijnt alleen indien er een buitentemperatuuropnemer
intern of extern aanwezig is.
Bij radiatoren verwarming is deze waarde meestal gelijk
aan de buitentemperatuur voetpunt. Bij convectoren is
een hogere waarde aan te bevelen. Zie 2 in figuur 7.1
Verschijnt alleen indien er een buitentemperatuuropnemer
intern of extern aanwezig is.
Stel hier de conditietemperatuur (klimaatzone) in waarop de
installatie is ontworpen. Zie 3 in figuur 7.1
Verschijnt alleen indien er een buitentemperatuuropnemer
intern of extern aanwezig is.
Stel deze waarde in op de selectiewaarde van de radiatoren e.d.
Zie 4 in figuur 7.1
blz.-18-
Figuur 7.1