2. Snelheid verhogen: beweeg de joystick langzaam
weg van het midden.
3. Snelheid omlaag: beweeg de joystick langzaam
naar het midden.
4. Stoppen: zet de joystick in het midden of laat de
voetschakelaar los.
Als de giek in de bedrijfsstand staat, dan wordt de
rijsnelheid van de machine beperkt.
Om te sturen:
Trap op de voetschakelaar en beweeg ondertussen
de joystick voor rijden/sturen vooruit en druk op de
linker-/rechterkant van de duimtuimelschakelaar
bovenop de hendel om naar links/rechts te sturen.
Selecteren van de rijsnelheid:
1. Als de machine niet in de bedrijfsstand staat, kan
worden gekozen uit twee modi voor de rijsnelheid
(hoge/lage snelheid).
2. Beweeg de keuzeschakelaar voor hoge/lage
rijsnelheid tijdens het rijden om de gewenste
rijsnelheid te selecteren.
W
GEVAAR VOOR KANTELEN
Als de machine is gekanteld, moet
deze op lage snelheid worden
gereden.
Als de machine in de bedrijfsstand staat, kan deze
alleen rijden op bedrijfssnelheid. Het bedienen van de
keuzeschakelaar voor hoge/lage rijsnelheid schakelt
de modus voor hoge rijsnelheid niet in.
RIJDEN OP EEN HELLING
W
GEVAAR VOOR KANTELEN
• Gebruik de machine niet op
hellingen die steiler zijn dan de
maximale hellingclassificatie (5°).
• Rij de machine niet over een
helling die de maximale
zijwaartse hellingclassificatie
(14°) overschrijdt.
• Rij de machine niet op hellingen
die steiler zijn dan het maximale
hellingsvermogen.
Gebruiksaanwijzing TB18E Plus en 20EJ Plus en 20E Plus en 22EJ
Plus
AARSCHUWING
AARSCHUWING
DE MACHINE BEDIENEN
Vóór het rijden op een helling:
1. Bepaal het hellingsvermogen (klimvermogen) van
de machine.
Maximaal hellingsvermogen:
2.
Zorg ervoor dat de machine zich in ingeklapte
stand bevindt.
3.
Verzeker dat de hellingsgraad zich binnen de
grenzen van het hellingsvermogen van de
machine bevindt.
BELANGRIJK
Hellingsvermogen verwijst naar het maximaal
toegestane percentage van de helling (of hierna
hellingsgraad genoemd) als de machine zich op een
solide ondergrond bevindt met voldoende tractie en
er zich slechts één persoon op het platform bevindt.
Als het gewicht van het platform van de machine
toeneemt, neemt het hellingsvermogen van de
machine af.
Vaststellen van de hellingsgraad:
1. Gebruik een waterpas, een rechte plank
(minstens 1 m [3,3 voet] lang) en een rolmaat.
2. Meet de hoogte H en lengte/afstand L van de
helling.
Afbeelding 7-5
3.
Hellingsgraad = H/L x 100%.
7-7
Heuvelopwaarts: 35%/19°
Heuvelafwaarts: 30%/17°
Zijwaartse
helling:
25%/14°
© Okt 2021