FUNCTIETEST VÓÓR HET GEBRUIK
Indicatielampje detector achteruitrijden
Als de giek verder roteert dan de achterwielen, dan
moet de rijfunctie uitschakelen en moet het
indicatielampje voor de detector achteruitrijden
knipperen met een interval van 0,5 s.
Achteruitrijschakelaar
Als het indicatielampje van de detector achteruitrijden
knippert, dan moet de rijfunctie worden uitgeschakeld.
Beweeg de achteruitrijschakelaar; het lampje moet
oplichten en de rijfunctie moet hervatten.
BELANGRIJK
De machine rijdt en stuurt bij achteruitrijden in
tegenovergestelde richting als is aangegeven.
Schakelaar werkverlichting (indien aanwezig)
Beweeg de schakelaar van de werkverlichting; de
werkverlichting moet aan/uit gaan.
Zoemer
De zoemer moet een geluids- en lichtalarm op
variabele frequentie weergeven als de volgende
situaties zich voordoen:
•
Giek of knikarm omlaag
•
Machine overbelast
•
Machine staat scheef
•
Lengtesensor defect
•
Hoeksensor defect
•
Andere storingen
© Okt 2021
Indicatielampje probleem met het systeem
Het indicatielampje voor problemen met het systeem
brandt onder de volgende omstandigheden:
•
Fout CAN-bus
•
Andere storingen
Indicatielampje kantelen chassis
Als de machine scheef staat, dan moet het alarm
klinken en moet het indicatielampje voor kantelen van
het chassis aan zijn.
Als het indicatielampje voor kantelen van het chassis
aangaat als de giek is geheven of uitgeschoven,
schuif dan de giek in en laat deze neer tot de
ingeklapte stand.
Indicatielampje kantelen platform
Als het platform overmatig helt, dan moet
indicatielampje voor hellen van het platform aan zijn.
Indicatielampje overbelasting
Als de belasting op het platform de nominale
capaciteit van het platform overschrijdt, dan moet het
indicatielampje overbelasting aan zijn.
6-10
Gebruiksaanwijzing TB18E Plus en 20EJ Plus en 20E Plus en 22EJ Plus
BELANGRIJK