Als u een compatibele pc wilt aansluiten op het
eigen netwerk, moet u op de pc de gerelateerde
software installeren. U vindt de software op de cd-
rom of dvd-rom die bij het apparaat is geleverd, of
op de ondersteuningspagina's van het apparaat op
de Nokia-website.
Instellingen configureren
Als u de instellingen voor eigen netwerk wilt
configureren, selecteert u
Connect.
Eigen media
>
Instellingen
en maakt u uw keuze uit de volgende
opties:
Eigen toegangspunt
●
vragen
als u wilt dat het apparaat telkens naar
het thuistoegangspunt vraagt wanneer u
verbinding maakt met het eigen netwerk,
maken
als u een nieuw toegangspunt wilt
opgeven dat automatisch wordt gebruikt
wanneer u het eigen netwerk gebruikt, of
Geen. Als voor uw eigen netwerk geen
beveiligingsinstellingen zijn ingeschakeld, krijgt
u een beveiligingswaarschuwing. U kunt
doorgaan en de beveiliging later inschakelen of
het definiëren van het toegangspunt annuleren
en eerst de beveiliging voor het WLAN
inschakelen.
Zie 'Toegangspunten', p. 181.
Apparaatnaam
— Geef een naam op voor het
●
apparaat. Deze naam is zichtbaar voor de andere
compatibele apparaten in het netwerk.
Instrumenten
>
Opties
>
>
— Selecteer
Altijd
Nieuw
Kopiëren naar
— Selecteer het geheugen
●
waarin u uw gekopieerde mediabestanden wilt
opslaan.
Delen inschakelen en inhoud
definiëren
Selecteer
Instrumenten
media
Inhoud delen
>
volgende opties:
Inhoud delen
— Hiermee kunt u het delen van
●
mediabestanden met compatibele apparaten
toestaan of weigeren. Schakel de optie voor het
delen van inhoud pas in nadat u alle andere
instellingen hebt geconfigureerd. Als u het delen
van inhoud hebt ingesteld, kunnen de andere
UPnP-compatibele apparaten in het
thuisnetwerk de bestanden die u in
Afbeeldingen en video
geselecteerd, bekijken en kopiëren, en kunnen
ze de afspeellijsten gebruiken die u hebt
geselecteerd in Muziek. Als u niet wilt dat andere
apparaten toegang hebben tot uw bestanden,
schakelt u het delen van inhoud uit.
Afbeeldingen en video
●
mediabestanden selecteren die u wilt delen met
andere apparaten of de status bekijken voor het
delen van afbeeldingen en video's. Selecteer
Connect.
Eigen
>
>
en kies een van de
voor delen hebt
— Hiermee kunt u
97