De instellingen voor packet-gegevens gelden voor
alle toegangspunten waarvoor een packet-
gegevensverbinding wordt gebruikt.
Packet-ggvnsverb.
— Als u
●
signaal
selecteert en u zich in een netwerk
bevindt dat packet-gegevens ondersteunt,
wordt het apparaat geregistreerd bij het
netwerk voor packet-gegevens. Het starten van
een actieve packet-gegevensverbinding verloopt
sneller, bijvoorbeeld voor het verzenden en
ontvangen van e-mail. Als er geen dekking is voor
een packet-gegevensverbinding, wordt
regelmatig geprobeerd deze verbinding tot
stand te brengen. Als u
selecteert, wordt GPRS alleen gebruikt als u een
toepassing of bewerking start waarvoor een
packet-gegevensverbinding nodig is.
Toegangspunt
— U moet de naam van het
●
toegangspunt invullen als u het apparaat wilt
gebruiken als packet-gegevensmodem voor de
computer.
Snelle toeg. packet-geg.
●
u het gebruik van HSDPA (netwerkdienst) in
UMTS-netwerken in of uit.
WLAN-instellingen
Druk op
en selecteer
Instell.
Verbinding
>
Autom. bij
Wanneer nodig
— Hiermee schakelt
Instrumenten
>
Wireless
LAN.
>
Beschkbrhd WLAN tonen
●
wordt weergegeven in de stand-by modus
wanneer een WLAN beschikbaar is.
Zoeken naar netwerken
●
WLAN tonen
instelt op Ja, selecteert u hoe vaak
het apparaat zoekt naar beschikbare WLAN's en
het symbool wordt bijgewerkt.
Selecteer
Opties
Geavanc. instellingen
>
geavanceerde instellingen wilt weergeven. Het
wordt niet aanbevolen geavanceerde instellingen
voor het WLAN te wijzigen.
SIP-instellingen
Druk op
en selecteer
Instell.
Verbinding
>
SIP-instellingen (Session Initiation Protocol) zijn
nodig voor bepaalde netwerken die SIP gebruiken.
U ontvangt de instellingen mogelijk in een SMS-
bericht van de serviceprovider. U kunt deze
instellingsprofielen bekijken, verwijderen of maken
in SIP-instellingen.
Configuraties
Druk op
en selecteer
Instell.
Verbinding
>
U ontvangt mogelijk vertrouwensinstellingen voor
de server van de serviceprovider in een
configuratiebericht. U kunt deze instellingen
— Selecteer of
— Als u
Beschkbrhd
als u
Instrumenten
>
> SIP-instellingen.
Instrumenten
>
> Configuraties.
185