-
To: Voer hier het eind-IP-adres in voor het filteren van
IP-adressen.
Let op:
Als u een reeks IP-adressen wilt weigeren of toelaten, moet
u het start-IP-adres bij "From" en het eind-IP-adres bij "To"
invoeren. U kunt ook een IP-adres toevoegen door het
IP-adres bij "From" en "To" in te voeren.
3. Klik op de knop [Save].
4. Herhaal stap 1 t/m 3 om een volgend IP-adres toe te voegen.
•
Remove: Klik op deze knop om het IP-adres te wissen.
1. Selecteer een synoniem ("alias") in de lijst.
2. Klik op de knop [Remove]. Het IP-adres wordt gewist.
IPv6 address
•
Add: Klik op deze knop om het IP-adres toe te voegen.
1. Klik op de knop [Add].
2. IP-opties instellen.
-
Alias: Voer een synoniem in.
-
IPv6 address: Voer hier het start-IP-adres in voor het
filteren van IP-adressen.
3. Klik op de knop [Save].
4. Herhaal stap 1 t/m 3 om een volgend IPv6-adres toe te voegen.
•
Remove: Klik op deze knop om het IPv6-adres te wissen.
1. Selecteer een synoniem ("alias") in de lijst.
2. Klik op de knop [Remove]. Het IPv6-adres wordt gewist.
SNMP
Het Simple Network Management Protocol (SNMP) is een
applicatieprotocol waarbij beheersinformatie van netwerkapparaten
uit gewisseld wordt.
SNMP v1/v2c
> Enable SNMP v1/v2c: Geeft aan wanneer SNMP toegang tot
dit apparaat krijgt.
> Read Community: Geeft de SNMP management community
weer waarin u dit system wil lezen.
> Write Community: Geeft de SNMP management community
weer waarin u dit system wil schrijven.
SNMP v3
> Enable SNMP v3: Geeft aan wanneer SNMP v3 toegang
tot dit apparaat krijgt. Het ondersteunt authenticatie en
encryptie.
> SecurityName: Geef de beveiligingsnaam voor het SNMP in.
> Password: Geef het wachtwoord van het SNMP in.
•
Save: Klik op deze knop om de ingevoerde waarden te
bevestigen.
Bediening en instellingen
QoS
U kunt Quality of Service (QoS) instellingen opgeven voor het
netwerk.
QoS DSCP Configuration
> Video DSCP: Voer de videoprioriteit in voor DSCP
(Gedifferentieerde Service Code Point) servicekwaliteit.
> Audio DSCP: Voer de audioprioriteit in voor DSCP
servicekwaliteit.
> Event DSCP: Voer de Gebeurtenis-prioriteit in voor de DSCP-
servicekwaliteit.
•
Save: Klik op deze knop om de ingevoerde waarden te
bevestigen.
802.1x
Aangeven of 802.1X-netwerktoegang is geactiveerd.
802.1x/EAPOL using EAP-TLS
> Enable: Selecteer On om het protocol te activeren. De
huidige autorisatiestatus van de 802.1x port wordt
weergegeven op de rechterknoppen.
Certificates
> Om de certificaten te uploaden of te verwijderen
1. Klik op de knop [Browse].
2. Zoek het certificatenbestand op en open het.
-
CA Certificate: Upload het erkende certificaat met de
daarin opgenomen publieke sleutel.
-
Client Certificate: Upload het erkende certificaat met de
daarin opgenomen authenticatiesleutel van de klant.
-
Client private key: Upload het erkende certificaat met de
daarin opgenomen privésleutel van de klant.
3. Klik op de knop [Upload] om certificaten te installeren.
4. Klik op de knop [Remove] om certificaten te verwijderen.
Basic Configuration
> EAPOL Version: Selecteer de EAPOL-versie.
> EAP ID: Voer het ID van het klantcertificaat met maximaal 16
tekens in.
> Password: Voer het wachtwoord van de privésleutel van de
klant met maximaal 16 tekens in.
•
Save: Klik op deze knop om de ingevoerde waarden te
bevestigen.
21