8. ELEKTRODENPADS
8.1. ELEKTRODENPADS-
POSITIONERING
De elektrodenpads moeten altijd
paarsgewijs worden gebruikt (twee
elektrodenpads op elk kanaal), zodat
het signaal in een circuit kan stromen.
•
TENS werkt één wervel per keer.
Je moet de gevoelszenuwen
stimuleren die de wervelkolom
binnenkomen op hetzelfde niveau
als de zenuw die de pijn
veroorzaakt. Aangezien u niet
precies weet waar uw zenuwen
zich bevinden, is de gemakkelijk-
ste manier om de elektrodenpads
aan te brengen rond/bij de bron
van de pijn.
•
TENS activeert de zenuwen het
best als het langs de zenuw loopt
in plaats van er dwars doorheen.
Plaats dus één elektrodenpad
verder van de wervelkolom dan de
bron van de pijn, en één dichterbij.
•
De zenuwen lopen rond de
ledematen en de romp, dus het
kan zijn dat u een paar posities
moet proberen voordat u het beste
eff ect krijgt.
•
Als de pijn in of dicht bij de
wervelkolom zit, kunt u aan
weerszijden van de wervelkolom
een elektrodenpad plaatsen.
•
Het kan zijn dat u in de ene
elektrodenpad meer gevoel
hebt dan in de andere. Dit is
normaal - het hangt af van waar
de elektrodenpads zich bevinden
ten opzichte van uw zenuwen.
Voor moeilijk bereikbare plaatsen kunt
u hulp vragen om de elektrodenpads
aan te brengen.
Controleer altijd of het apparaat
UIT staat voordat u elektrodenpads
aanbrengt of verwijdert.
Perfect TENS zet de kracht op nul
als de elektrodenpad of de kabel
van uw lichaam wordt losge-
koppeld. Dit is om plotselinge
veranderingen in de
gewaarwording te voorkomen
wanneer de elektrodenpads
opnieuw worden aangesloten.
Opmerking: Zie de
voorbeelden van plaatsing in
de instructies die bij uw
elektrodenpads zijn ingesloten.
16