rA
Schakdl
de orinter in door de
3
xnop POWER in
te
drukken.
Het signaallampje
licht nu op en de
printer begint automatisch hel
testpatroon af
te
drukken.
Zodra het testpatroon klaar
is
drukt u de knop PEN in. (Merk
op dat als deze knop langer dan drie
seconden wordt ingedrukt gehouden,
de penhouder naar de
uitgangs-
positie terugkeert
en het
testpatroon
van vier vierkanties opnieuw begint af
te drukken). De penhouder
beweegt
nu naar de rechterkant voor
het
ervangen van pennen.
.a
OD
de oenhouder is
aan-
.l
gdgereh welke kleur pen
in
welke uitsparing gestoken moet
worden. Neem
de beschermdop
van
de pen en steek hem voorzichtig
zo
in de uitsparing van de penhouder
dat hij op zijn plaats vastklikt.
Zorg
ervoor dat
de punt van de pen door
de uitsparing in het zilverkleurige
wieltje steekt.
E
ls de eerste pen
aangebracht,
iD
Oan
drukt u
ie
t<nop'COLOR
in.
De penhouder keert
terug naar de
uitgangspositie, draait
door naar de
volgende uitsparing
en verplaatst
zich
dan naar de rechterkant
\oor
het
aanbrengen van de volgende pen.
Steek de volgende kleur pen, zoals
aangegeven,
in het zilverkleurige
wieltje.
Schakel
de printer uit door de
knop POWER
in le drukken,
en
druk hem nog eens in om de prinler
weer in
te schakelen. De printer
zal
daarop het testpatroon ardrukken.
ZUn
alle pennen goed
aangebracht,
dan worden er vier vierkantjes
getekend; een voor elke
kleur.
A
Herhaal deze handelinoen tot
lD
alle pennen ziin
aanqe6racht.
Na het aanbrengen van de
pennen
drukt u de knop
PAPER
in om de penhouder naar de
uitgangspositie
te
laten terugkeren.