HET BOREN VAN GATEN
Nu nadat u deze handleiding en de veiligheidsvoorschriften hebt gelezen, bent u klaar om daadwerkelijk
te starten met boren. Volg onderstaande 8 stappen voor de beste boorresultaat:
1
Gebruik de punt van de centreerstift om het midden van het te boren gat te bepalen.
2
Zet de magneet aan en verifieer of het LED lampje groen is en controleer of de machine goed op
het werkstuk staat.
3
Draai het kraantje van het koeltankje open zodat de snijolie door het slangetje naar beneden loopt.
4
Zet de motor aan en laat hem op volle toeren draaien.
5
Draai de hendels naar rechts zodat de motor zakt richting het werkstuk. Zet een beetje druk als de
kernboor het metalen oppervlak raakt. Voer de druk een beetje op en laat de kernboor het werk
doen. LET OP: Teveel druk is veroorzaakt onnodig slijtage aan de draaiende delen in de motor en
verkort de standtijd van de kernboor.
6
Verminder de druk wanneer de kernboor door het materiaal is.
7
Zet de motor uit en draai aan de hendels (linksom)zodat de motor omhoog gaat;
8
Verwijder de spanen van de kernboor en het werkstuk. Let op dat u zich niet verwond!!
LET OP: De prop kan scherp en erg heet zijn!
BOREN MET KERNBOREN
Met kernboren doe je aan omtrekverspaning en boor je niet al het materiaal weg. Dit in tegenstelling
tot boren met een spiraalboor. Wanneer u dus boort met een kernboor, is het niet nodig om eerst een
geleidegat te boren en vervolgens het gat op te boren tot de juiste diameter.
WAARSCHUWING: Raak direct na het boren de kernboor of het materiaal rondom de boor en het
gat niet aan, omdat deze extreem heet kunnen zijn en brandwonden kunnen veroorzaken. Zorg
ervoor dat niemand achter het werkstuk staat waar de metalen kern (prop) uitgeworpen wordt.
BOOR CONDITIES
Het gemak waarmee in het materiaal kan worden geboord is afhankelijk van verschillende factoren zoals
treksterkte en slijtvastheid. Ofschoon hardheid en/of sterkte van het materiaal meestal de gebruikelijke
criteria hebben, kunnen er grote verschillen bestaan in bewerkbaarheid van materiaal met vergelijkbare
fysieke eigenschappen.
De boorcondities zijn afhankelijk van de eisen die worden gesteld aan de levensduur van het
gereedschap en de oppervlakteafwerking. Deze condities worden verder beperkt door de hechtheid
van het gereedschap en het werkstuk, de smering en het beschikbare machinevermogen. Hoe harder
het materiaal, des te lager de snijsnelheid.
Sommige materialen met een lage hardheid bevatten schurende bestanddelen die leiden tot een
snelle slijtage van de snijrand bij hoge snelheden. Aanvoersnelheden worden bepaald door de
stijfheid van de installatie, het volume van het te verwijderen materiaal, de oppervlakteafwerking en
het beschikbare machinevermogen.
Handleiding RTC.30/JUNI 2015
14
14