Pagina 1
Handleiding RTC.30 Kernboormachine SERIE NO.____________ AANKOOPDATUM __________...
Pagina 2
Voorwoord Gefeliciteerd met de aanschaf van deze ROTEC RTC.30 kernboormachine. Deze machine is ontwikkeld om snel en efficiënt gaten in diverse staalsoorten te boren. Door onze jarenlange ervaring, constante innovatie en ontwikkeling, kan ROTEC u voorzien van diverse snijgereedschappen voor metaalverspaning en u helpen efficiënter te produceren. Voordat u uw nieuwe kernboormachine in gebruik neemt, leest u eerst alle instructies. Deze omvatten de Bedieningshandleiding en veiligheidsvoorschriften. Met het juiste gebruik en onderhoud, zal u jarenlang plezier van uw machine kunnen hebben. OM HET RISICO VAN LETSEL TE VOORKOMEN MOET DE GEBRUIKER ALLE AANWIJZINGEN LEZEN EN BEGRIJPEN. Handleiding RTC.30/JUNI 2015 2 2 ...
Pagina 3
Fig. 1 Handleiding RTC.30/JUNI 2015 3 3 ...
Pagina 4
Ampere Maateenheid voor elektrische stroomsterkte W Watt Maateenheid voor vermogen N Newton Maateenheid voor kracht min Minuten Maateenheid voor tijd no Onbelaste toerental Omwentelingssnelheid onbelast 1/min per minuut Aantal omwentelingen, toeren, slagen of trillingen per minuut. Handleiding RTC.30/JUNI 2015 4 4 ...
ELEKTRISCHE VEILIGHEID 1. Stekkers van elektrisch gereedschap moeten in het stopcontact passen. Pas de stekker nooit op enige manier aan. Gebruik geen adapterstekkers samen met geaard elektrisch gereedschap. Niet aangepaste stekkers en passende contactdozen verminderen het risico op een elektrische schok. 2. Vermijd lichamelijk contact met geaarde oppervlaktes zoals buizen, radiatoren, fornuizen en ijskasten. Er bestaat een verhoogd risico op een elektrische schok als uw lichaam geaard is. 3. Stel elektrisch gereedschap niet bloot aan regen of natte omstandigheden. Als er water in een elektrisch gereedschap terecht komt, verhoogt dit het risico op een elektrische schok. 4. Behandel het stroomsnoer voorzichtig. Gebruik het stroomsnoer nooit om het elektrische gereedschap te dragen of te trekken, of de stekker uit het stopcontact te halen. Houd het snoer uit de buurt van warmte, olie, scherpe randen, of bewegende onderdelen. Beschadigde snoeren of snoeren die in de war zijn verhogen het risico op een elektrische schok. 5. Als u een elektrisch gereedschap buitenshuis gebruikt, gebruikt u een verlengsnoer dat geschikt is voor gebruik buitenshuis. Het gebruik van een verlengsnoer dat geschikt is voor buitenshuis, vermindert het risico op een elektrische schok. 6. Als het gebruik van een elektrisch gereedschap op een vochtige locatie onvermijdelijk is, gebruikt u een stroomvoorziening die beveiligd is met een aardlekschakelaar. Het gebruik van een aardlekschakelaar vermindert het risico op een elektrische schok. PERSOONLIJKE VEILIGHEID 1. Blijf alert, kijk wat u doet en gebruik uw gezonde verstand als u een elektrisch gereedschap bedient. Gebruik het gereedschap niet als u vermoeid bent of onder de invloed van drugs, alcohol of medicatie bent. Een moment van onoplettendheid tijdens het bedienen van elektrische gereedschappen kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel. Handleiding RTC.30/JUNI 2015 5 5 ...
GEBRUIK EN VERZORGING VAN ELEKTRISCH GEREEDSCHAP 1. Forceer het gereedschap niet. Gebruik het juiste elektrische gereedschap voor uw toepassing. Het juiste elektrische gereedschap voert de werkzaamheden beter en veiliger uit waarvoor het is ontworpen. 2. Gebruik het gereedschap niet als de schakelaar het niet aan en uit kan zetten. Ieder gereedschap dat niet met de schakelaar kan worden bediend is gevaarlijk en moet worden gerepareerd. 3. Haal de stekker uit het stopcontact en/of neem de accu uit het gereedschap voordat u aanpassingen uitvoert, accessoires verwisselt, of het elektrische gereedschap opbergt. Dergelijke preventieve veiligheidsmaatregelen verminderen het risico dat het elektrische gereedschap per ongeluk opstart. 4. Bewaar gereedschap dat niet wordt gebruikt buiten het bereik van kinderen en laat niet toe dat personen die onbekend zijn met het elektrische gereedschap of deze instructies het gereedschap bedienen. Elektrische gereedschappen zijn gevaarlijk in handen van ongetrainde gebruikers. 5. Onderhoud elektrische gereedschappen. Controleer op verkeerde uitlijning en het grijpen van bewegende onderdelen, breuk van onderdelen en andere omstandigheden die de werking van het gereedschap nadelig kunnen beïnvloeden. Zorg dat het gereedschap voor gebruik wordt gerepareerd als het beschadigd is. Veel ongelukken worden veroorzaakt door slecht onderhouden gereedschap. 6. Houd snijdgereedschap scherp en schoon. Correct onderhouden snijdgereedschappen met scherpe snijdranden lopen minder snel vast en zijn gemakkelijker te beheersen. 7. Gebruik het elektrische gereedschap, de accessoires en gereedschapsonderdelen enz. in overeenstemming met deze instructies, waarbij u rekening houdt met de werkomstandigheden en de werkzaamheden die dienen te worden uitgevoerd. Gebruik van het elektrische gereedschap voor werkzaamheden die anders zijn dan het bedoelde gebruik, kunnen leiden tot een gevaarlijke situatie. Handleiding RTC.30/JUNI 2015 6 6 ...
Pagina 7
Controleer voordat u de machine inschakelt dat het accessoire goed is gemonteerd. Gebruik altijd de aanbevolen snelheid voor de accessoires en het materiaal. Gebruik de machine niet op een werkstuk waarop ook elektrische lasapparatuur wordt gebruikt. Gebruik alleen de geschikte snijolie. Gebruik een algemeen, niet op olie gebaseerd koelmiddel voor het snijden van metaal Gebruik geen vloeibare snijolie wanneer u verticaal boort of boven uw hoofd. Dompel de kernboor in boorpasta of pas voor deze toepassingen een geschikte spray toe. Giet geen snijolie in het tankje terwijl het op de beugel is gemonteerd. Laat geen snijolie in de motor van de boor komen. Zorg ervoor dat metaalsnippers of harsresten het functioneren niet kunnen blokkeren. Trek bij vastlopen van de boor de stekker uit het stopcontact, verwijder de oorzaak van het vastlopen voordat u de machine weer inschakelt. Overige risico’s Ook al worden de relevante veiligheidsvoorschriften en de veiligheidsvoorzieningen toegepast, bepaalde risico’s kunnen niet worden vermeden. Dit zijn: Gehoorbeschadiging. Risico van persoonlijk letsel door rondvliegende deeltjes. Risico van brandwonden omdat accessoires tijdens het gebruik heet worden. Risico van persoonlijk letsel als gevolg van langdurig gebruik. Handleiding RTC.30/JUNI 2015 7 7 ...
Draag oogbescherming. POSITIE DATUMCODE Het serienummer, die ook het jaar van fabricage bevat, is gedrukt op het frame, de magneet en de motor. Voorbeeld: 30 14 09 001 Model type Bouwjaar Maand van fabricage Productienummer COMPLETE LEVERING 1 Kernboormachine 1 Draagkoffer 1 Beschermbeugel 3 Handels 1 Inbussleutel 2.5 1 Inbussleutel 3 1 Inbussleutel 4 1 Inbussleutel 5 1 Smeersysteem 1 Veiligheidsketting 1 Handleiding 1 Paar oordoppen 1 veiligheidsbril 1 Paar handschoenen Handleiding RTC.30/JUNI 2015 8 8 ...
TECHNISCHE INFORMATIE RTC.30 KERNBOREN ø 12 ‐ 30 mm SPIRAALBOREN ø 1 ‐ 13 mm MAX. SNIJDIEPTE 48 mm LENGTE 220 mm BREEDTE 170 mm HOOGTE 293‐383 mm SLAG 90 mm GEWICHT 8,5 kg MAGNEET (L x B x H) 160 x 80 x 37 mm KLEEFKRACHT ...
GEBRUIKSDOEL Deze kernboormachine is voor professioneel gebruik bestemd voor het boren gaten in materialen met een magnetiseerbaar oppervlak met kernboren en spiraalboren, voor het ruimen en verzinken alsmede voor het tappen (snijden van schroefdraad) in een tegen weersinvloeden beschermde omgeving. Wij adviseren om alleen met de door ROTEC goedgekeurde inzetgereedschappen en accessoires te werken. De kernboormachine kan horizontaal, verticaal of boven het hoofd worden gebruikt. GEBRUIK KERNBOORMACHINES NIET bij natte omstandigheden of in de aanwezigheid van ontvlambare vloeistoffen of gassen. LAAT GEEN kinderen in contact met het gereedschap komen. Toezicht is vereist als onervaren gebruikers dit gereedschap bedienen. ELEKTRISCHE VEILIGHEID De elektrische motor is slechts voor één type voltage ontworpen. Controleer altijd of de stroomvoorziening overeenkomt met de voltage op het typeplaatje. Uw ROTEC kernboormachine is ontworpen in klasse I (geaard) volgens EN 61029‐1. Een aardedraad is vereist. Als het stroomsnoer is beschadigd, moet het worden vervangen door een speciaal geprepareerd snoer dat leverbaar is via de ROTEC servicedienst Een verlengsnoer gebruiken Gebruik, als een verlengsnoer nodig is, een goedgekeurd 3‐aderig verlengsnoer dat geschikt is voor de stroomvoorziening van dit gereedschap (zie technische gegevens). De minimale geleidergrootte is 1,5 mm2; de maximale lengte is 30 m. Als u een haspel gebruikt, dient u het snoer altijd volledig af te rollen. ASSEMBLAGE EN AANPASSINGEN WAARSCHUWING: Verminder het risico op verwondingen, zet de machine uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u accessoires installeert of verwijdert, voordat u instellingen aanpast of wijzigt of wanneer u reparaties uitvoert. Controleer dat de schakelaar in de stand OFF staat. Letsel zou het gevolg kunnen zijn als het gereedschapper ongeluk wordt gestart. Handleiding RTC.30/JUNI 2015 10 10 ...
4. Schroef de dop weer vast. WAARSCHUWING: Gebruik het smeersysteem niet in verticale boortoepassingen of bij het boren boven uw hoofd. Gebruik daarvoor in de plaats boorpasta. DE VEILIGHEIDSKETTING AANBRENGEN 1. Breng de veiligheidsketting aan. 2. Bevestiging de ketting rond het werkstuk. 3. Span de ketting. WAARSCHUWING: Gebruik altijd de veiligheidsketting wanneer u verticaal of ondersteboven gaat boren. EEN ACCESSOIRE PLAATSEN EN/OF VERWIJDEREN De gereedschapshouder (uitgaande as) is geschikt voor kernboren met een 19,05 mm Weldon opname met één of meer vlakke zijden. WAARSCHUWING: De tanden van een kernboor zijn scherp waardoor u zich hier aan kunt verwonden. 1. Een accessoire kan alleen worden gemonteerd als de beschermkap wordt verwijderd; 2. Schuif de centreerstift door het gat in het midden van de schacht van de kernboor; 3. Steek de schacht van de kernboor zo ver mogelijk in de gereedschapshouder; 4. Draai de 2 inbusschroefjes vast; 5. Als u de accessoire wilt verwijderen, draait u inbusschroefjes weer los neemt u de boor uit. Handleiding RTC.30/JUNI 2015 11 11 ...
VOOR INGEBRUIKNAME Probeer de machine uit in een paar eenvoudige projecten met afvalmateriaal zodat u “gevoel” voor de machine kunt ontwikkelen. BEDIENING Instructies voor gebruik WAARSCHUWING: Houd u altijd aan de veiligheidsinstructies en van toepassing zijnde voorschriften. WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig persoonlijk letsel te verminderen, zet u de kernboormachine uit en trekt u de stekker uit het stopcontact, voordat u enige aanpassingen aan de machine doet, hulpstukken of accessoires wilt verwijderen dan wel wilt plaatsen. DE MAGNEET Om optimale kleefkracht te hebben moet het te boren materiaal tenminste 10mm dik zijn. Daarnaast hangt de kleefkracht ook samen met een tweetal andere factoren: De hoeveelheid Coating‐ en verf (resten)op het werkstuk; De hoeveelheid Spanen, olie/vet en/of andere vuiligheid onder de magneet. Zorg ervoor dat de magneet stevig hecht aan het werkstuk voordat u de motor inschakelt. ROTEC magneten hebben 2 spoelen, zorg ervoor dat beide spoelen in contact staan met het materiaal. Sluit geen andere machines aan op het stopcontact waarop de kernboormachine is aangesloten. Dit kan leiden tot het verlies van magnetische kracht. Gebruik altijd de meegeleverde veiligheidsketting. Boren boven je hoofd is uiterst gevaarlijk en wordt niet aanbevolen. Handleiding RTC.30/JUNI 2015 12 12 ...
Fig. 2 Om uw ROTEC kernboormachine op de juiste manier te bedienen, adviseren wij de onderstaande procedures te volgen. HET ACTIVEREN VAN DE MAGNEET Zet de kernboormachine op het werkstuk. Druk op de rode schakelaar om de magneet te activeren (Fig. 2 – 2). De schakelaar wordt verlicht (rood). Om de magneet uit te schakelen kunt u de zelfde schakelaar gebruiken (Fig. 2 ‐ 2). DE MOTOR AAN / UITZETTEN De motor kan alleen worden ingeschakeld wanneer de magneet is geactiveerd. Druk op de groene knop met “I” (Fig. 2 ‐ 1) om de motor aan te schakelen. Om de motor weer uit te zetten drukt u op de rode knop met “O”(Fig. 2 ‐ 1). Handleiding RTC.30/JUNI 2015 13 13 ...
6 Verminder de druk wanneer de kernboor door het materiaal is. 7 Zet de motor uit en draai aan de hendels (linksom)zodat de motor omhoog gaat; 8 Verwijder de spanen van de kernboor en het werkstuk. Let op dat u zich niet verwond!! LET OP: De prop kan scherp en erg heet zijn! BOREN MET KERNBOREN Met kernboren doe je aan omtrekverspaning en boor je niet al het materiaal weg. Dit in tegenstelling tot boren met een spiraalboor. Wanneer u dus boort met een kernboor, is het niet nodig om eerst een geleidegat te boren en vervolgens het gat op te boren tot de juiste diameter. WAARSCHUWING: Raak direct na het boren de kernboor of het materiaal rondom de boor en het gat niet aan, omdat deze extreem heet kunnen zijn en brandwonden kunnen veroorzaken. Zorg ervoor dat niemand achter het werkstuk staat waar de metalen kern (prop) uitgeworpen wordt. BOOR CONDITIES Het gemak waarmee in het materiaal kan worden geboord is afhankelijk van verschillende factoren zoals treksterkte en slijtvastheid. Ofschoon hardheid en/of sterkte van het materiaal meestal de gebruikelijke criteria hebben, kunnen er grote verschillen bestaan in bewerkbaarheid van materiaal met vergelijkbare fysieke eigenschappen. De boorcondities zijn afhankelijk van de eisen die worden gesteld aan de levensduur van het gereedschap en de oppervlakteafwerking. Deze condities worden verder beperkt door de hechtheid van het gereedschap en het werkstuk, de smering en het beschikbare machinevermogen. Hoe harder het materiaal, des te lager de snijsnelheid. Sommige materialen met een lage hardheid bevatten schurende bestanddelen die leiden tot een snelle slijtage van de snijrand bij hoge snelheden. Aanvoersnelheden worden bepaald door de stijfheid van de installatie, het volume van het te verwijderen materiaal, de oppervlakteafwerking en het beschikbare machinevermogen. Handleiding RTC.30/JUNI 2015 14 14 ...
Breng de boorpasta aan de binnenkant van de kernboor aan. Gebruik eventueel ook de RS‐50 oliespray aan. DE AANVOERVERPLAATSING SMEREN De aanvoerverplaatsing moet zo nu en dan met vet worden gesmeerd zodat een gelijkmatige werking is gegarandeerd. Breng de motor unit zover mogelijk omhoog; Smeer de zwaluwstaartgeleiding aan beide zijden; Smeer de tandheugel. Na herhaaldelijk gebruik kan de tandheugel los komen te zitten. Stel, als dat nodig is, de 5 zelfborgende stelschroeven aan de linkerzijde af. Draai de schroeven in reeksen vast tot de tandheugel vrij kan bewegen in de zwaluwstaartgeleiding, maar er geen speling op de motor zit. REINIGING WAARSCHUWING: Blaas vuil en stof uit de hoofdbehuizing met droge lucht, zo vaak u ziet dat vuil zich in en rond de luchtopeningen ophoopt. Draag goedgekeurde oogbescherming en een goedgekeurd stofmasker als u deze procedure uitvoert. WAARSCHUWING: Gebruik nooit oplosmiddelen of andere bijtende chemicaliën voor het reinigen van niet‐metalen onderdelen van het gereedschap. Deze chemicaliën kunnen het materiaal dat in deze onderdelen is gebruikt verzwakken. Gebruik een doek die uitsluitend met water en milde zeep is bevochtigd. Zorg dat er nooit enige vloeistof in het gereedschap komt; dompel nooit enig onderdeel van het gereedschap in een vloeistof OPTIONELE ACCESOIRES WAARSCHUWING: Aangezien accessoires die niet door ROTEC, zijn aangeboden niet met dit product zijn getest, kan het gebruik van dergelijke accessoires met dit gereedschap gevaarlijk zijn. Om het risico op letsel te verminderen dient u uitsluitend door ROTEC aanbevolen accessoires met dit product te gebruiken. Neem contact op met uw leverancier voor verdere informatie over de geschikte accessoires. Handleiding RTC.30/JUNI 2015 15 15 ...
Voor dat u de machine gaat gebruiken dient u de machine te controleren op schade die de correcte bediening kan beïnvloeden. Bijzondere kennisgeving moet worden gehouden met het netsnoer. Als de machine beschadigd blijkt te zijn, mag deze niet worden gebruikt. Indien dit niet gebeurt kan het letsel of de dood veroorzaken. LET OP: Verwijder al het vuil, stof, metalen chips en bramen van uw kernboormachine HET BEDIENEN VAN DE MACHINE Voor u begint moet de kernboormachine worden gecontroleerd om ervoor te zorgen dat alle onderdelen goed werken. Vervang onmiddellijk defecte onderdelen. Dit voorkomt dat goed functionerende onderdelen beschadigingen. KOOLBORSTELS Koolborstels moeten regelmatig gecontroleerd worden op abnormale slijtage. Dit moet op z’n minst elke 2 weken worden gedaan indien u de machine regelmatig gebruikt. Wanneer de koolborstels voor meer dan 2/3 van de originele lengte ingesleten zijn, moeten ze vernieuwd worden. Indien dit niet gedaan wordt kan er schade aan de motor ontstaan. CONTROLEER DE MAGNEET Voordat u gaat werken met de kernboormachines dient u de magneet te controleren op schade. Een beschadigde magneet zal niet genoeg kleefkracht hebben en kan letsel veroorzaken aan de gebruiker. CONTROLEER HET VET IN DE MACHINE Het vet in de tandwielbak moet een keer per maand worden gecontroleerd om ervoor te zorgen dat alle bewegende onderdelen genoeg gemeerd worden om onnodige slijtage te voorkomen. Het vet moet ten minste eenmaal per jaar worden vervangen om ervoor te zorgen dat het beste uit de machine wordt gehaald. CONTROLEER HET ANKER Dit moet minstens 1 per maand worden gecontroleerd of er zichtbare tekenen van schade aan het anker of aan de commutator zijn. Het is normaal dat enige tekens van slijtage op het anker of commutator te zien zijn na een bepaalde periode. Dit is normaal aangezien dit deel in contact komt met de koolborstels, maar indien er tekens van abnormale slijtage zijn zullen onderdelen moeten worden vervangen. Handleiding RTC.30/JUNI 2015 16 16 ...
AANPASINGEN AAN DE SLIDE Een essentiële voorwaarde van de machine is dat de slede soepel en gecontroleerd op en neer moet kunnen bewegen, zonder dat er zijdelingse bewegingen en trillingen zichtbaar/voelbaar zijn. Dit kan worden gerealiseerd door periodiek de slede af te stellen en wel op de onderstaande manier: 1. Zet de machine horizontaal op het werkstuk en zet de slede d.m.v. de 3 hendels in de hoogste positie. Maak de koperen railset schoon en breng een beetje kruipolie aan op de bewegende delen. 2. Draai zowel de inbusschroefjes (#4 op de onderdelen tekening) en moertjes (#5 op de onderdelen tekening) los. Werk van boven naar beneden. Gebruik hiervoor steeksleutel 8 en inbussleutel 2,5. 3. Draai vervolgens de inbusschroef weer voorzichtig aan tot dat lichte weerstand voelbaar is. Werk wederom van boven naar beneden tot dat alle schroefjes en moertjes afgesteld zijn. 4. Beweeg de slede een paar keer op en neer om te kijken of deze soepel beweegt. de beweging te testen en maken alle verdere noodzakelijke aanpassingen. Probeer ervoor te zorgen dat alle schroeven een gelijkmatige aangedraaid zijn. Een perfect afgestelde slede zal zonder speling op en neer kunnen bewegen. REPARATIE, MODIFICATIE EN INSPECTIE Reparatie, modificatie en inspectie van ROTEC Magnetische boormachines moet worden uitgevoerd door ROTEC of een ROTEC erkende dealer. De lijst met reserveonderdelen zal pas wanneer u deze met de machine aan de ROTEC dealer voor onderhoud wanneer u om reparatie of ander onderhoud. ROTEC machines worden voortdurend verbeterd en aangepast aan de nieuwste technische ontwikkelingen. Dienovereenkomstig kunnen sommige onderdelen (zoals onderdeelnummers en / of ontwerp) worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving. Ook, als gevolg van doorlopende ROTEC van onderzoek en ontwikkeling, de specificaties van de machines kunnen worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving. Handleiding RTC.30/JUNI 2015 17 17 ...
‐ Uitgaande as van motor krom ‐ Geleidingsdriehoek scheef gemonteerd ‐ Vuil tussen spindel en geleidingsdriehoek Ratelend geluid motor ‐ Versleten tandkrans (onderkant anker) ‐ Tandwiel(en) versleten ‐ Geen vet in tandwielbak Brommend geluid motor, grote ‐ Anker verbrand vonken en motor heeft geen ‐ Veld verbrand kracht ‐ koolborstels versleten Motor start niet of valt uit. ‐ Bedrading beschadigd of kapot ‐ Vuil bij sensor Speed Control Unit ‐ Speed Control Unit kapot ‐ Snelheidsregelaar of bedrading ervan defect ‐ Ringmagneet boven op anker kapot of los ‐ Motor te warm (thermische beveiliging) Geleiding gaat zwaar ‐ Geleiding staat te strak ‐ Geleiding droog ‐ Geleiding/tandheugel/draaisysteem vuil of beschadigd Magneetkracht niet voldoende ‐ Bedrading beschadigd of kapot ‐ Onderkant magneet niet schoon en droog ‐ Onderkant magneet niet vlak ‐ Werkstuk niet van blank metaal ‐ Control Unit kapot ‐ Magneet kapot Motor loopt alleen op hoogste ‐ Speed control unit kapot toerental ‐ Bedrading beschadigd / kapot ‐ Control Unit kapot Handleiding RTC.30/JUNI 2015 18 18 ...
‐ Magneetschakelaar kapot ‐ Control unit kapot ‐ Magneet kapot Zekering brand door wanneer de ‐ Bedrading beschadigd of kapot motor gestart wordt ‐ Foutieve waarde zekering ‐ Motor loopt te zwaar ‐ Anker en/of Veld kapot ‐ Koolborstels versleten ‐ Control Unit kapot Draaisysteem heeft te grote vrije ‐ Tandheugel zit los of is kapot slag ‐ Draaisysteem kapot NOTE: Please contact ROTEC if there is machine failure and the problem cannot be saved with one of the above solutions!! BESCHERMING VANHET MILIEU Gescheiden afvalinzameling. Dit product mag niet bij het normale huishoudelijke afval worden aangeboden. Als u op een dag bemerkt dat uw ROTEC product vervangen dient te worden of dat u er verder geen gebruik meer van maakt, mag u het niet als normaal huishoudelijk afval aanbieden. Bied dit product aan bij de gescheiden afvalinzameling. Bied dit product aan bij de gescheiden afvalinzameling. Gescheiden inzameling van gebruikte producten of verpakkingen maakt het mogelijk dat materiaal kan worden gerecycled en nogmaals gebruikt. Het hergebruik van gerecycled materiaal helpt milieuvervuiling te voorkomen en vermindert de vraag naar grondstoffen. Handleiding RTC.30/JUNI 2015 19 19 ...
ONDERDELENLIJST & TEKENING VAN DE RTC.30 Nr.: Description Nr.: Description 1 Motor complete 33 Seal 2 Screw BK4,8x55 34 Bearing 3 End Cover 35 Spindle 4 Screw for spring 36 M8x8 5 Spring 37‐41 Spindle set 6 Screw M4x15 42 Brass rail left 7 Housing 43 Brass rail right 8 Carbon Brush Set 220v 44 M4x20 ...
CE/EMC VERKLARING VAN CONFORMITEIT Hiermee verklaart: ROTEC BV Postbus 514 6710 BM EDE In naam van de producent: dat de kernboormachine RTC.30 geheel voldoet aan onderstaande richtlijnen EN 55014‐1:2006/+A1:2009/+A2:2011 EN 55014‐2:1997/+A1:2001/+A2:2008 EN 61000‐3‐2:2006/+A2:2009/+A2:2009 EN 61000‐3‐3 :2008 EN 61000‐3‐11 :2000 THE EMC DIRECTIVE (2004/108/EC) EN 61029‐1 :2009+A11:2010 EN ISO 12100:2010 UITGAVE 1/Originele versie/Okt 2014 23 ...