Opmerking
• Gebruik het dialoogvenster Afdrukken om algemene afdrukinstellingen te configureren, zoals de
indeling en afdrukvolgorde.
Raadpleeg macOS Help voor informatie over afdrukinstellingen.
6. Klik op Druk af (Print).
De printer drukt af volgens de opgegeven instellingen.
Opmerking
• Het kan enkele minuten duren voordat het Wi-Fi verbonden is nadat de printer is ingeschakeld.
Controleer of de printer is verbonden met het netwerk en druk vervolgens af.
• U kunt niet afdrukken als de Bonjour-instellingen van de printer zijn uitgeschakeld. Controleer de
LAN-instellingen van de printer en schakel Bonjour-instellingen in.
• Raadpleeg 'Kan niet afdrukken met AirPrint' voor afdrukproblemen.
• De weergave van het instellingenscherm kan verschillen, afhankelijk van de toepassingssoftware die
u gebruikt.
163