Gebruik werkingsmodus COOL/HEAT/DRY/FAN
Procedure voor aanpassing richting luchtstroom.
OPMERKING
• Er komt geen lucht uit het apparaat wan-
neer ingeschakeld.
Pagina 119
Werkingsomstandigheden airconditioner
I Gebruik het apparaat binnen het onderstaande werkingsbereik. Gebruik buiten dit bereik kan resulteren in inschakeling van beveiligings-
elementen waardoor het apparaat niet kan worden gebruikt.
Buitentemperatuur
Ca. -15 tot 46 ºC
Binnentemperatuur Ca. 18 tot 32 ºC
Minder dan ca. 80 %
Het langdurig gebruik van het apparaat bij een
Vochtigheid binnen vochtigheidsniveau van meer dan 80% kan resulteren in
condensvorming op het oppervlak van binnenapparaat,
wat waterdruppels tot gevolg heeft.
Kenmerken van werkingsmodus HEAT
Mechanisme en capaciteit van werkingsmodus HEAT
I Mechanisme
• Het apparaat onttrekt warmte aan de buitenlucht, voert deze naar binnen en verwarmt de kamer. De verwarmingscapaciteit van de warmtepomp
neemt af wanneer de buitentemperatuur afneemt.
• Het circulatiesysteem voor warmte lucht heeft enige tijd nodig voordat dit de kamertemperatuur verhoogt.
• Indien de buitentemperatuur erg laag wordt, is het verstandig een aanvullende warmtebron te gebruiken.
Ontdooien
Indien de buitentemperatuur laag wordt en de vochtigheid hoog is, kan de warmtewisselaar in het buitenapparaat bevriezen, hetgeen efficiënte verwar-
ming verhindert. Indien dit gebeurt, wordt de automatische ontdooifunctie geactiveerd en stopt de verwarming gedurende 5 tot 10
minuten.
• De ventilator in zowel het binnen- als het buitenapparaat stopt en de indicator RUN (groen) knippert langzaam (1,5 sec. ON, 0,5 sec. OFF) tijdens
het ontdooien.
• Het buitenapparaat kan stoom afgeven tijdens het ontdooien. Dit is om het ontdooien te helpen en is geen storing.
• De werkingsmodus HEAT wordt hervat, zodra het ontdooien is voltooid.
Richt de afstandsbediening naar de airconditioner.
1
Druk op de selectieknop MODE.
Verplaats het [merkteken
(Cool),
2
Druk op de knop ON/OFF.
3
Druk op de knop TEMP.
Druk op de knop
Standaard
26°C~28°C
4
Druk op de knop FAN SPEED.
Stel de luchtstroom in op de gewenste snelheid.
Pagina 108
Koelfunctie
– 107 –
] naar de gewenste werkingsmodus.
(Heat),
(Dry),
(Fan)
of
voor de gewenste temperatuur.
22°C~24°C
21°C~24°C
Om te stoppen:
Druk op de knop ON/OFF.
Procedure voor wijziging programma
Stel het nieuwe programma in.
• Het programma voor de werking kan tevens worden inge-
steld of gewijzigd wanneer de airconditioner niet is inge-
schakeld.
Verwarmingsfunctie
Ca. -15 tot 21 ºC
Ca. 15 tot 30 ºC
——