Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Komfovent DOMEKT C8 Installatiehandleiding pagina 25

Automatisering
Verberg thumbnails Zie ook voor DOMEKT C8:
Inhoudsopgave

Advertenties

• De hier getoonde nummers op het aansluitblok zijn alleen van toepassing voor een C8 regelmodule.
Voordat u de externe componenten aansluit moet u op de sticker aan de voorzijde van de module
controleren welk type module u heeft (zie afb. 10).
• Het totale vermogen van de externe 24 V componenten mag niet hoger zijn dan 30 W.
RS485 (1–2) – hier kan het worden aangesloten:
Bedieningspaneel (zie Afb. 14).
Datakabel voor een gebouwbeheersysteem, werkend via het Modbus RTU-protocol.
Regelaar voor brandkleppen.
B8 (3–5) – voor het aansluiten van de luchtkwaliteit- of vochtigheidssensors ten behoeve van de functie "Luchtkwaliteit".
Wanneer de sensors zijn aangesloten moeten het type en aansluitpunt in de instellingen worden opgegeven (zie "Do-
mekt Gebruikshandleiding").
Outputs TG1 (6–8) – Stroomtoevoer en stuursignaal voor een watermengklepaandrijving van de externe warmtewis-
selaar of directe verdamping (DX) koeler/verwarmer. Afhankelijk van het in de instellingen geselecteerde type "Externe
spiraal" (zie "Domekt Gebruikshandleiding"), zal de klep worden aangestuurd door een verwarmings- of koelsignaal. Hier
kan ook een externe voorverwarmer voor de vorstbeveiliging van de CF-warmtewisselaar worden aangesloten.
B1 (9–10) – als er extra in een kanaal gemonteerde verwarmings-/koelapparaten worden gebruikt, moet een temper-
atuursensor voor de toevoerlucht in een kanaal worden aangesloten. In het kanaal moet de sensor stroomafwaarts van
alle verwarmings- / koelingseenheden worden geïnstalleerd op een afstand van minimaal twee kanaaldiameters van de
dichtstbijzijnde warmtewisselaarspiraal.
Afb. 12a. In een kanaal gemonteerde sensor voor de toevoerluchttemperatuur
B5 (11–12) – voor een in een kanaal gemonteerde verwarming moet een temperatuursensor in de retourwaterstroom
worden geïnstalleerd om bevriezen te voorkomen (zie paragraaf 3.5).
Ingangen (13–15) – om te schakelen tussen de ventilatiemodi "Override" (zie "Domekt Gebruikshandleiding"), verbindt
u de respectievelijke aansluitingen samen met het gezamenlijke aansluitpunt 13 (ventilatiemodi zullen werken totdat de
aansluitingen zijn verbonden). Om deze modi in te schakelen, kan een schakelaar, een bewegingsdetector of een afzuig-
kap met maakcontacten (NO) met de aansluitpunten worden verbonden.
Optionele brandklepcontroller moet worden geconfigureerd en aangesloten. Raadpleeg de handleiding van de brandklepcontroller voor meer infor-
1
matie.
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
DOMEKT C8_ installation manual_23-03
1
Afb. 12b. Watertemperatuursensor
25

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave