Batterijen de eerste keer laden en ontladen.
Wanneer de handset aanstaat, wordt het laden van de batterij rechtsboven in het display
weergegeven met een knipperend batterijsymbool e.
Tijdens het gebruik van de handset wordt het laadniveau van de batterijen aangegeven
door het batterijpictogram (pagina 1).
Het laadniveau van de batterijen wordt alleen correct weergegeven als de batterijen eerst
volledig worden geladen en ontladen.
¤
Laat de handset ononderbroken in het basisstation staan tot het batterijsymbool niet
meer knippert (ca. 5h).
¤
De handset vervolgens uit het laadstation nemen en pas terugplaatsen als de batterijen
volledig zijn ontladen.
Opmerking:
Nadat u de accu de eerste keer heeft geladen en ontladen, kunt u de handset na ieder gesprek terug-
zetten in de lader.
Let op:
u
Voer de procedure voor het laden en ontladen telkens uit wanneer u de batterijen uit de
handset heeft verwijderd en teruggeplaatst.
u
De batterijen kunnen tijdens het laden warm worden. Dit is normaal en ongevaarlijk.
u
De laadcapaciteit van de batterijen neemt als gevolg van technische oorzaken na enige
tijd af.
Opmerking:
Informatie over in deze gebruiksaanwijzing gebruikte symbolen en notaties vindt u in de bijlage,
pagina 178.
Datum en tijd instellen
Datum en tijd moeten zijn ingesteld om bijvoorbeeld bij uitgaande oproepen de juiste tijd
te kunnen weergeven en om de wekker en de kalender te kunnen gebruiken.
Opmerking:
Op uw toestel is het adres van een tijdserver in het internet opgeslagen. De datum en tijd van deze
server worden overgenomen als het basisstation verbonden is met het internet en de synchronisatie-
functie met de tijdserver is ingeschakeld (pagina 163). Handmatige instellingen worden dan over-
schreven.
Als de datum en tijd nog niet op het toestel zijn ingesteld, wordt de displaytoets
gegeven.
De eerste stappen
Handset in gebruik nemen
weer-
§Tijd§
13