Inhoudsopgave
Advertenties
3. Installatie
3.1 Voorbereidingen voor de installatie
3.1.1 Vereiste gereedschappen en apparatuur
√ Boormachine
√ Momentsleutel
√ Schroevendraaier
√ Steeksleutel
3.1.2 Controlelijst bijlage 1 (Paklijst)
Pak alle onderdelen uit en controleer met behulp van de bijlagen of elk onderdeel aanwezig is.
3.1.3 Bodemgesteldheid
De hefbrug moet op een gladde en stevige ondergrond met een druksterkte van meer dan 3 kg/mm², ee n vlakheid
van minder dan 5 mm en een min. dikte van 150 mm worden geïnstalleerd. Bovendien moet een nieuwe betonnen
ondergrond minimaal 28 dagen rusten voordat een hefbrug kan worden geïnstalleerd.
3.2 Veiligheidsmaatregelen voor de installatie
3.2.1 Controleer alle slangen en verbindingen. De hefbrug mag alleen in gebruik worden genomen,
als er geen lekkages aanwezig zijn.
3.2.2 Alle schroeven moeten goed zijn vastgeschroefd.
3.2.3 Plaats geen voertuig op de hefbrug tijdens het proefdraaien.
3.3 Installatie
Stap 1:
Gebruik een vorkheftruck om de hefbrug naar de gewenste locatie te brengen.
Hoofdcilinder
Hydraulische
hoofdleiding
Hydraulische
leiding (nivellering)
Stap 2:
Verbind de olieslang zoals in het diagram voor een olieslangverbinding en het hydraulisch diagram.
(Deze stap is zeer belangrijk. Alvorens u begint, moet u onder alle omstandigheden het diagram
van de olieverbinding in bijlage 4 hebben begrepen).
Stap 3:
Verbind het pneumatisch ontgrendelingssysteem, zoals in het diagram in bijlage 7 weergegeven.
Stap 4:
Bereid de sensorstrip voor, nog niet met de besturingseenheid verbinden
Vul 20 liter hydraulische olie HLP 32 in de olietank. Het oliepeil moet ong. 10 tot 40 mm van de
Stap 5:
tankdop verwijderd zijn. (U kunt het oliepeil aan de voeler aflezen die op de tankdop is bevestigd).
Drukfouten, misverstanden en technische wijzigingen voorbehouden
Hulpcilinder
Hoofdcilinder
Hydraulische
leiding (nivellering)
Hulpcilinder
8
Advertenties
Inhoudsopgave
