12
Functies uitvoeren en parameters configureren
1. Gebruik de knoppen op de module (+ - volgende functie; - - vorige functie) of de
handzender knoppen (
die u wilt uitvoeren.
2. Druk op de MODE knop op de module of op de
uit te voeren. Nadat de functie is gestart, beginnen de LED's groen te knipperen. Het
aantal keer knipperen betekent de waarde die momenteel ingesteld is voor de parameter
die wordt geconfigureerd (zie tabel 1).
3. Gebruik de knoppen op de module (+ - volgende waarde; - - vorige waarde) of de
handzender knoppen (
parameter te configureren.
4. Druk op de MODE knop op de module of op de
wijzigingen op te slaan. Wanneer de nieuwe parameterwaarde opgeslagen is beginnen
de LED's rood te knipperen om aan te geven dat u bent teruggekeerd naar de functielijst.
Functie
nummer
PIR detector gevoeligheid voor de eerste set parameters
U kunt van 1 tot 16 (1 – minimaal; 16 – maximaal).
Standaard: 8.
1
Wanneer de functie actief is, wordt bewegingsdetectie door de PIR detector
aangegeven door de LED's die rood oplichten gedurende 2 seconden. Hierdoor
kan het dekkingsgebied van de PIR detector worden getest op de ingestelde
gevoeligheid.
PIR detector gevoeligheid voor de tweede set parameters
U kunt van 1 tot 16 (1 – minimaal; 16 – maximaal).
Standaard: 8.
2
Wanneer de functie actief is, wordt bewegingsdetectie door de PIR detector
aangegeven door de LED's die rood oplichten gedurende 2 seconden. Hierdoor
kan het dekkingsgebied van de PIR detector worden getest op de ingestelde
gevoeligheid.
Radar detector gevoeligheid voor de eerste set parameters
U kunt van 1 tot 16 (1 – minimaal; 16 – maximaal).
Standaard: 8.
3
Wanneer de functie actief is, wordt bewegingsdetectie door de Radar detector
aangegeven door de LED's die rood oplichten gedurende 2 seconden. Hierdoor
kan het dekkingsgebied van de Radar detector worden getest op de ingestelde
gevoeligheid.
Radar detector gevoeligheid voor de tweede set parameters
U kunt van 1 tot 16 (1 – minimaal; 16 – maximaal).
Standaard: 8.
4
Wanneer de functie actief is, wordt bewegingsdetectie door de Radar detector
aangegeven door de LED's die rood oplichten gedurende 2 seconden. Hierdoor
kan het dekkingsgebied van de Radar detector worden getest op de ingestelde
gevoeligheid.
Werkingsmode voor de eerste set parameters
5
U kunt 1 (basis), 2 (geavanceerd), 3 (PIR) of 4 (Radar) programmeren.
Standaard: 1 (basis).
SLIM-DUAL-LUNA
- volgende functie;
- volgende waarde;
Beschrijving van de te programmeren parameter
- vorige functie) om de functie te vinden
toets van de handzender om de functie
- vorige waarde) om de geselecteerde
toets van de handzender om de
SATEL