1. Het objectief bevestigen en verwijderen
Raadpleeg de handleiding van de camera
voor informatie betreffende het bevestigen
en verwijderen van het objectief.
Na het verwijderen van het objectief plaatst u het
● ●
met de achterkant omhoog om te voorkomen dat het
lensoppervlak en de contactpunten beschadigd worden.
Als de contactpunten vuil of bekrast zijn of als er
●
●
vingerafdrukken op zitten, kan dit resulteren in
corrosie of een gebrekkige elektrische verbinding.
Dit kan een foutieve werking van de camera en
het objectief tot gevolg hebben.
Als de contactpunten vuil zijn of als er
●
●
vingerafdrukken op zitten, kunt u ze met een zacht
doekje schoonmaken.
Plaats de stofkap op het objectief wanneer u het
●
●
verwijdert. Om de stofkap juist aan te brengen,
lijnt u de lensbevestigingsmarkering uit met de
-markering van de stofkap, zoals aangegeven in
de afbeelding, vervolgens draait u de stofkap naar
rechts. Volg de aanwijzingen in de omgekeerde
volgorde om de stofkap te verwijderen.
De lensbevestiging is van een rubberring voorzien
voor een optimale bescherming tegen stof en
water. De rubberring kan lichte afslijting rondom de
lensbevestiging van de camera veroorzaken, maar
dit is niets ernstigs. Als de rubberring versleten
is, kan deze tegen betaling bij een Canon-
servicecentrum worden vervangen.
NLD-4