5
Plaatsen van het apparaat
Zodat de FiltoMatic CWS vanaf het begin vrijwel onderhoudsvrij kan worden gebruikt, dient u de vijver van
tevoren grondig te reinigen. Voor deze reiniging adviseert OASE de vijverschoonzuiger Pondovac. Wordt
de FiltoMatic CWS bij een nieuw aangelegde vijver gebruikt, dan kan deze reiniging over het algemeen
komen te vervallen.
FiltoMatic CWS opstellen (afbeelding D, E)
Plan de opstelling van de FiltoMatic CWS. Door een zorgvuldige planning en door rekening te houden
met de omstandigheden verkrijgt u de optimale voorwaarden voor het functioneren van de FiltoMatic
CWS. De volgende tips kunt u gebruiken bij de planning.
►
Een optimale waterterugvoer van de FiltoMatic CWS naar de vijver wordt door een beekje
gegarandeerd. Zo wordt het gefilterde vijverwater met zuurstof verrijkt, voordat het in de vijver
terugstroomt. Laten de plaatselijke omstandigheden het aanleggen van een beekje niet toe, dan dient
de uitloop met een DN70-buis zo te worden verlengd, dat het gefilterde vijverwater via de buis in de
vijver terugstroomt. De montage van een DN70-buis wordt in hoofdstuk Montage beschreven.
►
De FiltoMatic CWS dient absoluut waterpas te worden uitgericht, om bij overloop het leeglopen van
de vijver te vermijden. Gebruik voor het uitrichten een waterpas.
►
Houd rekening met het grote volume van de FiltoMatic CWS en het daaruit resulterende gewicht in
gevulde toestand. Kies een geschikte ondergrond resp. een bodemplaat in het gat in de bodem, om
het nazakken van de FiltoMatic CWS te voorkomen.
►
Plan voldoende bewegingsruimte, om reinigings- en onderhoudswerkzaamheden te kunnen
verrichten.
Graaf een gat dat groot genoeg is voor de opstelling van de FiltoMatic CWS (Afbeelding D). Let er
►
hierbij op, dat de FiltoMatic CWS tot aan de bovenste rand kan worden ingegraven (Afbeelding E,
hoogte c). Oriënteert u zich voor de maten van het gat op de volgende tabel:
Model
FiltoMatic CWS 7000
FiltoMatic CWS 14000
FiltoMatic CWS 25000
►
Vul de bak (3) met water, voordat u de aarde aanvult, zodat de bak niet samengedrukt wordt.
►
Leid het DN40-buiseinde voor de afvoer van het vuile water zover van de vijver af, dat het afgepompte
vuile water niet terug kan stromen in de vijver.
a
ca. 50 cm
ca. 50 cm
ca. 50 cm
b
ca. 50 cm
ca. 50 cm
ca. 70 cm
- NL -
c (+ hoogte bodemplaat)
ca. 30 cm
ca. 50 cm
ca. 50 cm
55