REMKO EM 2000
Buitenbedrijfstelling
1. De keuzeschakelaar
in stand "0" (uit)
zetten.
De toevoerventilator draait voor de
afkoeling van de apparaten verder
en schakelt pas na voldoende
afkoeling uit.
De ventilator kan tot het definitief
uitschakelen meerdere keren
starten.
2. Bij langere tijden
van stilstand moeten
de apparaten van
het elektriciteitsnet
worden
losgekoppeld.
LET OP!
!
De stroomaansluiting
nooit voor beëindiging
van de gehele nakoelfase
onderbreken.
Voor schade aan de apparaten
door oververhitting kan geen
aanspraak op garantie worden
gemaakt.
6
Reiniging en onderhoud
Een regelmatig onderhoud en het
opvolgen van enkele basisvoorwaarden
garandeert een storingsvrij gebruik en
een lange levensduur van het apparaat.
LET OP!
Voorafgaand aan alle
werkzaamheden aan de apparaten
moet de netstekker uit de
contactdoos worden verwijderd.
Neem de regelmatige reinigings- en
■
onderhoudstermijnen in acht
De apparaten moeten, in
■
overeenstemming met de
voorwaarden voor gebruik, indien
noodzakelijk - echter ten minste één
keer per jaar - door een deskundige
worden gecontroleerd op hun
correcte toestand voor gebruik
De apparaten vrij van stof en
■
overige afzettingen houden
De apparaten mogen uitsluitend
■
droog of met een vochtige doek
worden gereinigd
Geen directe waterstralen gebruiken
■
bijv. hogedrukreiniger enz.
Geen bijtende of oplosmiddelen
■
bevattende reinigingsmiddelen
gebruiken
Aanzuig- en uitblaasrooster
■
regelmatig controleren op vervuiling
Regelmatig de
■
veiligheidsinrichtingen en de
veiligheidsvoorzieningen controleren
Sensor en capillaire buis van de
■
thermostaat bij het demonteren
resp. monteren van de achterzijde
van het apparaat niet beschadigen
LET OP!
Na alle werkzaamheden moet
een elektrische controle volgens
VDE 0701 worden uitgevoerd.
Oplossen van storingen
Het apparaat (ventilator) start niet op.
1. De netzekeringen ter plaatse
controleren.
2. De stekker controleren.
3. De keuzeschakelaar controleren.
4. De ventilator op soepel lopen
controleren.
Het apparaat verwarmt niet
v
1. De thermostaat instellen op
een waarde die hoger is dan de
kamertemperatuur.
2. De thermostaat op werking
controleren.
3. De keuzeschakelaar controleren.
4. De werking van de
schakelbeveiliging controleren.
5. De temperatuurbegrenzer op
werking en schade controleren.
Als alle functiecontroles zonder
resultaat worden uitgevoerd, dient
u contact op te nemen met een
servicestation.
OPMERKING
Reparatiewerkzaamheden
mogen alleen door
geautoriseerd vakpersoneel
worden uitgevoerd.