REMKO EM 2000
Veiligheidsaanwijzingen
Bij het gebruik van de apparaten moeten in principe altijd de
desbetreffende plaatselijke bouw- en brandveiligheidsvoorschriften evenals
de voorschriften van de ongevallenverzekering in acht worden genomen.
De apparaten zijn vóór levering
onderworpen aan uitgebreide
controles op materiaal, werking, en
kwaliteit. Desondanks kunnen de
apparaten gevaren opleveren als ze
door niet-geïnstrueerde personen
ondeskundig of niet volgens de
voorschriften worden gebruikt!
De volgende instructies in acht nemen
De met de bediening van de
■
apparaten belaste personen moeten
de apparaten voor aanvang van
de werkzaamheden op zichtbare
gebreken op de bedienings-
en veiligheidsvoorzieningen
alsook op de aanwezigheid
en het functioneren van de
veiligheidsinrichtingen
Als gebreken worden vastgesteld,
moet de toezichthouder hiervan op
de hoogte worden gesteld!
Bij defecten die de bedrijfszekerheid
■
van de apparaten in gevaar
brengen, dienen de betreffende
apparaten buiten bedrijf te worden
gesteld.
Bij het gebruik van de apparaten
■
moeten de desbetreffende
plaatselijke voorschriften alsook
de overeenkomstige elektrische
veiligheidsmaatregelen in acht
worden genomen
De veiligheidsafstanden tot
■
brandbare voorwerpen altijd in acht
nemen
Er moet altijd sprake zijn van
■
een vrije luchtaanzuiging en
luchtuitvoer
De luchtuitvoer mag niet nauwer
■
worden gemaakt of van buizen of
slangen worden voorzien
4
Nooit vreemde voorwerpen in de
■
apparaten steken
De apparaten mogen tijdens het
■
gebruik niet worden afgedekt
Veiligheidsinrichtingen mogen
■
niet worden overbrugd of
geblokkeerd
De apparaten mogen niet in de
■
directe omgeving van badkuipen,
douches, zwembaden enz.
worden gebruikt
De apparaten mogen niet direct
■
onder een wandcontactdoos
worden gebruikt
De apparaten mogen niet
■
worden blootgesteld aan directe
waterstralen
bijv. hogedrukreiniger enz.
Nooit water in het apparaat laten
■
binnendringen
De apparaten mogen
■
nooit in een brand- en
explosiegevaarlijke omgeving
worden gebruikt
De apparaten mogen niet
■
in een olie-, zwavel- of
zouthoudende omgeving
worden opgesteld en gebruikt
Alle elektrische kabels van de
■
apparaten moeten worden
beschermd tegen beschadiging,
bijv. door dieren
LET OP!
Veiligheidsinrichtingen mogen
niet worden overbrugd of
geblokkeerd.
Beschrijving van het
apparaat
De apparaten zijn ter
plaatse gewijzigde elektro-
verwarmingsautomaten voor
commercieel gebruik.
De apparaten worden uitsluitend
gebruikt met elektrische energie
en zijn ontworpen voor een
volledig automatisch, universeel en
probleemloos gebruik.
De apparaten zijn voorzien van
speciaal ingekapselde elektrische
verwarmingsweerstanden,
geluids- en onderhoudsarme
axiale ventilatoren, veiligheids- en
nakoelthermostaten, ingebouwde
kamerthermostaten en netkabels
met veiligheidsstekkers.
De apparaten voldoen aan
de fundamentele veiligheids-
en gezondheidseisen van de
betreffende EU-bepalingen.
De apparaten zijn veilig in
het gebruik en gemakkelijk te
bedienen.
De apparaten worden onder meer
gebruikt voor:
het drogen van nieuwbouw
■
puntverwarmen van
■
werkplekken in de buitenlucht
of in niet brandgevaarlijke
hallen en fabrieksruimtes
het tijdelijk of permanent
■
verwarmen van ruimtes
het ontijzen van machines,
■
voertuigen en niet
brandbare opslaggoederen,
met in acht neming van
de overeenkomstige
veiligheidsafstanden