330-00700
Lees de volledige handleiding vóór installatie en ingebruikname.
1. BESCHRIJVING
Deze universele modulaire dimmer, 350W, is bestemd voor DIN-railmontage en is 1TE breed. Het apparaat is
geschikt voor het dimmen van resistieve, inductieve, capacitieve belastingen, dimbare led- en spaarlampen
(CFLi). De dimmer functioneert zowel met het faseaansnijdings- als met het faseafsnijdingsprincipe. De keuze
van het lamptype gebeurt door instellingen via de eerste 3 dipswitches onder het klapdeksel. De dimmer kan
met of zonder geheugen worden gebruikt en is voorzien van een automatische detectie en indicatie in geval van
foutconditie (overbelasting, kortsluiting,...).
2. MONTAGE EN AANSLUITINGEN
Voor de aansluiting van de belasting en de nodige voedingsspanning, zie stap ➥➊.
Om de correcte belasting te selecteren, zie stap ➥➋. Om bij niet-correcte lichtoutput het minimumniveau te
regelen, zie stap ➥➌. Op deze manier kan het maximum dimbereik van elke lamp bereikt worden. Als alles correct
aangesloten is, de voeding aangeschakeld wordt en de lamp aan staat, licht de indicatieled op de dimmer op, indien
er een fout conditie is knippert de led. Zorg dat er geen gemengde belastingen gebruikt worden op 1 dimmer.
Aanbevelingen bij de montage
- Plaats de dimmers bij voorkeur onderaan in de verdeelkast.
- Controleer de temperatuur. Indien de temperatuur in de verdeelkast te hoog (max. 35°C) oploopt, zorg dan voor
extra ventilatie. Zorg voor voldoende afvoer aan de bovenzijde van het bord. Plaats, indien nodig, een ventilator.
3. WERKING EN GEBRUIK
3.1. Normale werking
De bediening gebeurt door N.O.-drukknoppen (niet verlicht) of potentiaalvrije drukknoppen (8-24V). Druk kort
om in- of uit te schakelen. Druk lang om op- of neer te dimmen. Bij lang drukken wordt de dimrichting na elke
onderbreking omgekeerd (opdimmen -> stop -> neerdimmen-> stop -> opdimmen -> enz.). Als de maximum-
intensiteit bereikt is, blijft het dimniveau onveranderd. Het laatst bereikte niveau vóór de dimmer uitgeschakeld
wordt, wordt al dan niet in een geheugen opgeslagen (3.3). Tot 30 N.O.-contacten (170-0000X) kunnen in parallel
aangesloten worden (max. afstand 100m). De drukknoppen zijn niet galvanisch gescheiden.
3.2 Twee extra bedieningsmodi
Er zijn 2 additionele bedieningsmodi mogelijk. Deze zijn te selecteren met dipswitch 4 onder het klapdeksel v/d
dimmer. (zie stap ➥➊).
Modus 1: Eénknopsbediening
Bij selectie van deze modus werkt de dimmer met een drukknopbediening (N.O. of potentiaalvrij). Kort drukken
om in- of uit te schakelen. Lang drukken om op- of neer te dimmen. Bij lang drukken wordt de dimrichting na
elke onderbreking omgekeerd (opdimmen -> stop -> neerdimmen -> stop -> opdimmen -> enz.). Het laatst
bereikte niveau voor de dimmer uitgeschakeld wordt, wordt al dan niet in een geheugen opgeslagen (zie 3.3).
Deze modus wordt geselecteerd door dipswitch 4 off (naar beneden) te zetten (zie stap ➥➋ instelling). Voor
het aansluitschema zie stap ➥➊ éénknopsbediening.
Modus 2: Trappenhuisfunctie
Bij selectie van deze modus schakelt de verlichting automatisch na 3' uit. Deze modus wordt geselecteerd
door dipswitch 4 on (naar boven) te zetten (zie stap ➥➋ instelling). Voor het aansluitschema zie stap ➥➊
normale werking.
3.3 Geheugenfunctie
De dimmer kan zowel met als zonder geheugen gebruikt worden. De dimmer is standaard ingesteld zonder
geheugenfunctie. Je gebruikt de bedieningstoets om deze functie te wijzigen. Dim op tot de maximum lichtstand
en hou vervolgens de bedieningstoets gedurende 10s. ingedrukt. Na 10s. dimt het licht van 100% tot een
lagere lichtstand om aan te duiden dat deze functie ingeschakeld is. Laat de druktoets na deze wijziging van de
lichtintensiteit onmiddellijk los. Herhaal de procedure om de geheugenfunctie weer uit te schakelen. Deze functie
en de laatst ingestelde lichtstand worden in een permanent geheugen bewaard; zij gaan niet verloren bij een
spanningsonderbreking. Met geheugenfunctie schakelt de dimmer de eerste keer in op een door de fabrikant
gekozen lichtstand. Daarna schakelt de dimmer in op de laatst ingestelde waarde.
Voor het dimmen van dimbare spaarlampen met geheugenfunctie geactiveerd, is het dimprofiel zo opgebouwd dat
de dimmer eerst gedurende een seconde op zijn max. vermogen wordt aangeschakeld om dan naar zijn geheugen-
stand te gaan. Dit om ervoor te zorgen dat elke spaarlamp zelfs met geheugenfunctie kan aangeschakeld worden.
Met geheugen
- Kort drukken = aan op vorig niveau / uit
- Lang drukken bij 'uit'-toestand = de dimmer dimt op vanaf minimum lichtstand
- Bij stijgen: de dimmer stopt op maximum
- Bij dalen: de dimmer stopt 2s. op min. en dimt daarna op
- Een hernieuwde (lange) druk keert de dimrichting om.
Zonder geheugen
- Kort drukken = aan op maximum/uit. Verder is de bediening analoog aan de bediening met geheugen.
- Druktoetsbediening:
kort drukken < 400ms. lang drukken > 400ms.
= aan/uit = opdimmen/neerdimmen-
3.4 Alles uit functie
Indien een ander bedieningspunt gekoppeld wordt met de alles uit ingang, kan met deze bediening alle verlich-
ting gekoppeld aan deze dimmer uitgeschakeld worden. Voor het aansluitschema, zie stap 1: alles uit functie.
3.5 Lampen
Alle dimbare lampen. Zie tabel onderaan
Het instellen van de correcte belasting gebeurt met de dipswitches.
Lamp
HAL.230V
HAL.230V
Max.
350W
350W
Min.
5W
5W
3.6. Betekenis rode indicatieled
De led licht op:
- de dimmer is correct aangesloten (bij montage)
- en de belasting is aangeschakeld
De led knippert: - foutconditie: de dimmer is niet correct aangesloten,overbelasting, kortsluiting, verkeerde setting.
nv Niko sa
CFLi
led
HAL.12 - 24V
Dimbaar
Dimbaar
(10 ex.)
(10 ex.)
350W
200W
200W
20W
5W
5W
Industriepark West 40, BE-9100 Sint-Niklaas, Belgium — tel. +32 3 778 90 00 — fax +32 3 777 71 20 — e-mail: support@Niko.be — www.niko.be
4. TROUBLESHOOTING
Mogelijke oorzaken indien de dimmer niet werkt:
- de netspanning is niet aangesloten
- de belasting is niet aangesloten of het aangesloten vermogen is te hoog
- de lamp of de gebruikte kabel is defect
- de thermische beveiliging is in werking getreden
- het minimum dimniveau is te laag ingesteld is (bij werking met geheugen)
- combinatie van bovenvermelde oorzaken
De dimmer is voorzien van een thermische beveiliging: als de temperatuur door overbelasting te hoog oploopt,
schakelt de dimmer uit. Indien dit gebeurt
- controleer of de belasting niet te hoog is. Hou hierbij rekening met het blind vermogen van gewikkelde transformatoren.
- controleer de temperatuur in de verdeelkast (max. 35°C).
- controleer of er gemengde belastingen gebruikt zijn
- controleer de omgevingstemperatuur en plaatsingsomstandigheden - afhankelijk hiervan moet het max.
aansluitvermogen verminderd worden.
- controleer of het juiste lamptype geselecteerd is
- 10% per 5°C overschrijding van de omgevingstemperatuur 35°C
De dimmer kan terug worden aangezet (na afkoelen) door de bediening terug aan te zetten.
- De indicatie-led blijft knipperen. Deze situatie wijst op: - overbelasting
5. WAARSCHUWINGEN BIJ GEBRUIK
- Stuursignalen die over het net verstuurd worden kunnen de werking van de dimmer storen (dit is geen defect).
- De dimmer wordt door de bediening van de sturing nooit elektrisch van het net gescheiden. Alle delen blijven
dus onder spanning ook al is de belasting (bv. het licht) "uit".
- Dit toestel is niet geschikt voor het regelen van motoren
6. TECHNISCHE GEGEVENS
- Voedingsspanning: 230V~ ±10%, frequentie 50Hz
- Montage: DIN-rail (1E)
- Gewicht: ±70g
- Toegelaten omgevingstemperatuur (ta): zie vermogensgrafiek
- Voor gebruik in omgeving met een niet-condenserende luchtvochtigheid (30%-70%)
- Eigen verbruik: ±0,6W
- Max. temperatuur v/d behuizing (tc): 90°C
- Maximumdraaddiameter per aansluitklem: 2,5mm
- Voeding en belasting: 2 x 1,5mm
of 1 x 2,5mm
2
- ingang: 2 x 1,5mm
2
of 1 x 2,5mm
2
- Minimumbelasting: 5W
- Beveiligingen: thermische overbelastingsbeveiliging; kortsluitingsbeveiliging
- Drukknoppen voor bediening: 230V~; 5mA (niet galvanisch gescheiden) of 8-24Vdc
- Max. afstand tot laatste drukknop: 100m
- Overeenkomstig de normen EN60669-2-1
- Vermogensgrafiek: vermogen in functie van de omgevingstemperatuur.
100%
95%
90%
85%
80%
75%
70%
65%
60%
55%
50%
0
10
20
Omgevingstemperatuur (°C)
7. WAARSCHUWINGEN VOOR INSTALLATIE
- De installatie moet worden uitgevoerd door een erkend installateur en volgens de geldende voorschriften.
- Deze handleiding moet aan de gebruiker worden overhandigd. Het moet bij het dossier van de elektrische in-
stallatie worden gevoegd en worden overgedragen aan eventuele nieuwe eigenaars. Bijkomende exemplaren
zijn verkrijgbaar via de website of supportdienst van Niko.
- Tijdens de installatie moet rekening gehouden worden met (niet-limitatieve lijst):
- de geldende wetten, normen en reglementen.
- de stand van de techniek op het moment van de installatie.
- deze handleiding die alleen algemene bepalingen vermeldt en moet worden gelezen in het kader van elke
specifieke installatie.
- de regels van goed vakmanschap.
- Bij twijfel of voor de specifieke omruilprocedure in geval van een eventueel defect neemt u contact op met de
Niko supportdienst (België: +32 3 778 90 80 – Nederland: +31 183 64 06 60) of uw groothandel. Contact-
gegevens en meer informatie vindt u op www.niko.eu onder de rubriek "Hulp en advies".
8. GARANTIEBEPALINGEN
- De garantietermijn bedraagt vier jaar vanaf leveringsdatum. Als leveringsdatum geldt de factuurdatum van
aankoop van het product door de consument. Als er geen factuur voorhanden is, geldt de productiedatum.
- De consument is verplicht Niko schriftelijk te informeren over het gebrek aan overeenstemming, en dit uiterlijk
binnen de twee maanden na vaststelling.
- In geval van een gebrek aan overeenstemming heeft de consument enkel recht op een kosteloze herstelling
of vervanging van het product, wat door Niko bepaald wordt.
- Niko is niet verantwoordelijk voor een defect of schade als gevolg van een foutieve installatie, oneigenlijk of
onachtzaam gebruik, een verkeerde bediening, transformatie van het product, onderhoud in strijd met de
onderhoudsvoorschriften of een externe oorzaak zoals vochtschade of schade door overspanning.
- De dwingende bepalingen in de nationale wetgeving over de verkoop van consumptiegoederen en de bescher-
ming van consumenten in landen waar Niko rechtstreeks of via zuster- of dochtervennootschappen, filialen,
distributeurs, agenten of vaste vertegenwoordigers verkoopt, hebben voorrang op bovenstaande bepalingen.
- overspanning of overstroom
- kortsluiting
- verkeerd lamptype geselecteerd
2
2
30
40
50
PM330-00700R11051
60