4. Doek
opspannen
Positioneer de voorlat op ± 50cm
•
van de kast.
Verwijder de cover van de voorlat.
•
De riem komt horizontaal uit de
1
•
kast en moet 2 toeren rond het
wiel gedraaid zijn. Breng de riem
naar voren en steek hem verticaal
langs het wiel in de eindkap van de
geleider. Draai de riem niet meer
dan 90°.
Bij voorkeur de riem met de witte
•
kant op het eerste wiel plaatsen,
en met de zwarte kant op het
tweede. Zo is de zwarte en minst
opvallende kant van de riem
zichtbaar bij het sluiten van het
doek.
Steek de riem dan langs het wiel
2
•
aan de zijplaat van de voorlat, in de
opening in de voorlat.
Verbindt de riem met de gespen in
•
de voorlat aan de veer.
Span de riem langs beide
3
•
kanten van de veer gelijkmatig
aan zodat de veer in het midden
van de voorlat blijft. Span de veer
ongeveer 20cm op zodat er wat
spanning op het doek en de riem
komt.
Breng de motor onder spanning
•
en controleer het verloop van de
riem: geen torsing, mooi verloop
over de riemwielen, mooi opgerold
op het riemwiel van de rolas,
steeds onder spanning?
Je kan nu starten met de
•
afregeling van de motor in Punt
5. Wanneer de voorlat helemaal
beneden is, span je de veer verder
op tot ongeveer 180cm (totale
lengte van de veer). Zorg ervoor
dat de veer nooit langer wordt dan
2 meter! Controleer of de veer zich
nog steeds mooi in het midden
bevindt.
Plaats de covers terug op de
•
geleiders en de kast.
Geleidingswiel
5
1
Geleidingswiel
Gaine niet verwijderen!
2
DIN965 M4x20