Tips voor het maken van sap
• Het sap moet na de bereiding direct
geserveerd worden, omdat versge-
perst sap zijn hoge vitaminegehalte
snel verliest. In de koelkast kan
het – in een goed gesloten contai-
ner (bijv. een fles) – ca. 48 uur lang
bewaard worden (geen conserve-
ringsmiddelen!)
• Versgeperst sap bevat altijd een
beetje bezinksel/vruchtvlees. Als u
sap wilt maken dat helemaal geen
bezinksel bevat, laat u het gewoon
door een zeef lopen.
• Vruchten met een harde of niet-eet-
bare schil moeten voor het uitper-
sen geschild worden. Bijvoorbeeld:
meloenen, mango's of kiwi's.
• Doe bij het uitpersen van appels
een beetje citroensap in de vulope-
ning (2). Dit voorkomt dat het sap
bruin wordt.
• Maak met een mes een paar kleine
sneetjes in tomaten voordat u ze
uitperst.
• Bananen geven heel weinig sap. Wij
raden aan bananen er alleen bij te
doen om het aroma te verbeteren.
• Als u sap uit bladgroente wilt
maken (bijv. spinazie), moet u
daar eerst bolletjes of rolletjes van
maken. Zo kan de groente beter
verwerkt worden.
• Afhankelijk van uw smaak zijn
bijvoorbeeld de volgende sapcom-
binaties mogelijk: kiwi-banaan-si-
naasappel; kiwi-ananas-sinaasappel;
peer-sinaasappel; appel-sinaasap-
pel; grapefruit-limoen-sinaasappel;
16
sinaasappel-grapefruit-wortel-ana-
nas; knolselderij-appel.
• Ook kunt u bijv. de volgende ingre-
diënten afzonderlijk of bij elkaar
tot een cocktail verwerken: wortels;
knolselderij; rode bieten; paprika;
tomaten – desgewenst verfijnd met
de toevoeging van appel- of sinaas-
appelsap of een beetje honing.
• Wij nodigen u uit nog meer eigen
sapcomposities uit te proberen met
ons apparaat.