Bediening
Gebruik van het apparaat
Gebruik het apparaat niet
langer dan 3 minuten zonder
onderbreking (korte-tijdbe-
drijf KB = 3 minuten). Laat het
apparaat eerst afkoelen tot
kamertemperatuur voordat u
het opnieuw gebruikt.
Schakelaarstanden:
"0" = UIT-stand
"I" = AAN-stand (stand 1) voor
hardere of grotere ingrediënten
"II" = AAN-stand (stand 2) voor
zachtere of kleinere ingrediën-
ten
Voorbereiding:
Bepaalde groente- en fruitsoorten
moet u voor het uitpersen voorberei-
den:
• Gebruik alleen goed gerijpt fruit.
• Schil fruit en groente met een dikke
schil (bijv. rode bieten, sinaasap-
pels, kiwi's, meloenen, citroenen,
enz.).
• Snijd niet-eetbare plantendelen
eraf (bijv. de steeltjes van wijndrui-
ven).
• Ontpit steenvruchten (kersen,
mango's, perziken, enz.).
• Rol kruiden en bladgroente (bijv.
spinazie) in elkaar.
• Snijd grote stukken fruit zo klein
dat ze door de vulopening (2) pas-
sen.
Niet geschikt om uit te persen zijn:
avocado's, bananen (bevatten geen
sap), rabarber, heel kleine bessen (bijv.
aalbessen), omdat deze door hun
grootte en consistentie weinig sap
geven en snel papperig worden.
Gebruik:
Vruchten met pitten eerst
ontpitten. Bijvoorbeeld:
kersen, nectarines, pruimen
enz. Bij een ananas eerst het
harde middenstuk verwijde-
ren. Als u dat niet doet,
bestaat het risico dat de
sapcentrifuge kapot gaat en
de garantie vervalt!
• Groente en fruit goed wassen, schil
en pitten verwijderen.
• Snijd groente en fruit evt. in kleine
stukken, zodat ze in de vulopening
(2) passen.
• Zet het apparaat aan door de stan-
denschakelaar (8) op de overeen-
komstige stand "I" of "II" te zetten.
Druk de ingrediënten er
nooit met de vingers in, maar
gebruik altijd de daarvoor
bestemde stamper. Door de
scherpe messen bestaat er
gevaar voor verwondingen!
Wijs ook andere gebruikers
op de gevaren.
13 13