8. Instaleer de drie stroomtransformator s
een geïsoleerde en beschermde locatie, zo
dicht mogelijk bij de AC verdeelkast.
9. Voer
van
iedere
fasedraad (L) door het gat van een van de
stroomtransformators.
10. Instaleer de transducer op een geïsoleerde
en
beschermde
stroomtransformators. Denk er om dat de
wisselspanningen gevaarlijk zijn!
11. Sluit
de
draden
stroomtransformator aan op aansluitingen A
en B van de transducer, gebruik makend van
de kabel met getwiste aders (2 x 0.5 mm²).
Houd de lengte van deze kabels zo kort
mogelijk!
WAARSCHUWING
De draden van de stroomtransformators
moeten altijd aangesloten zijn op de
transducer wanneer de installatie in
gebruik is. Indien deze draden niet zijn
aangesloten, kunnen er hoge
spanningen op deze draden ontstaan.
12. Optie:
sluit
een
schroefklemmen 3 en 4 aan de achterzijde
van het paneel. Specificaties: maximale
spoelstroom: 200mA; bedrijfsspanning: gelijk
aan
de
nominale
voedingsspanning.
3.4
Ingebruikname
Controleer nogmaals alle bedrading
alvorens de Masterlink ACC in gebruik
te nemen.
Volgt u onderstaande stappen om de Masterlink
ACC-1 in gebruik te stellen:
1. Steek
het
andere
communicatiekabel
connector van de transducer.
32
op
AC-voedingsbron
de
locatie,
nabij
de
van
iedere
relais
aan
op
spanning
van
de
uiteinde
van
de
in
de
modulaire
2. Installeer de 500mA DC- zekering in de
zekeringhouder.
3. Schakel de (DC-)voedingsspanning in.
4. Schakel de (AC-)netspanning in.
Vóór uitlevering wordt iedere Masterlink
ACC uitvoerig getest en gekalibreerd.
Onder
normale
kalibratie
dan
bepaalde gevallen kan kalibratie echter
toch wenselijk zijn. Raadpleeg het
appendix voor het corrigeren van de
weergegeven meetwaarden.
Direct na de installatie van de zekering lichten
de LED's even op. Na ongeveer vijf seconden
verschijnt op de display het beginmenu (figuur
3): de werkelijke stroom en de stroom als
percentage van de nominale stroom (%) worden
weergegeven.
2.2 10.1
5.9A
14%
63%
37%
Figuur 3: Beginmenu
(weergegeven waarden kunnen afwijken)
Wanneer dit niet het geval is, controleer dan of
de bedrading correct is aangesloten. Raadpleeg
hoofdstuk 10 (Problemen oplossen) wanneer de
bedrading correct is aangesloten, maar er niets
op de display van het paneel verschijnt.
Raadpleeg hoofdstuk 4 t/m 7 om de Masterlink
ACC-1 in te stellen naar de persoonlijke
voorkeuren van de eindgebruiker.
Maart 2005 / Masterlink ACC-1 / NL
INSTALLATIE
omstandigheden
is
ook
niet
nodig.
In