10 PROBLEMEN OPLOSSEN
Probleem
Geen weergave op de display Fout in de bedrading, geen
Geen uitlezing van de stroom
Uitlezing van de stroom is
onnauwkeurig
Uitlezing van de LED-balk is
onnauwkeurig.
Achtergrondverlichting van de
display schakelt na twee
minuten uit.
De display reageert niet op de
alarmfunctie.
Wijzigen van variabelen is
niet mogelijk.
Onjuiste weergave van de
naam van de spanningsbron
Alarmfunctie werkt niet
correct
Alarmfunctie kan niet
uitgeschakeld worden.
Onjuiste werking van de
alarmfunctie.
Alarmfunctie wordt
ingeschakeld door een
kortstondige piekstroom.
Alarmfunctie reageert niet of
te laat op een overbelasting
De alarmfunctie is nog
geactiveerd terwijl de
belasting minder het is dan
het load support percentage
46
Mogelijke oorzaak
voedingsspanning.
Fout in de bedrading van
de stroomtransformators.
Foutieve aansluiting van
de modulaire kabel.
Geen belasting
aangesloten.
Fout in de bedrading door
de stroomtransformator.
Foutieve aansluiting van
de modulaire kabel.
Foutieve kalibratie
Demo mode is actief
Foutieve instelling van de
nominale stroom.
Apparaat is in sleep mode
(sluimerstand)
Foutieve instellingen.
Lock mode is geactiveerd.
Foutieve instellingen.
Fout in de bedrading of het
relais voldoet niet aan de
specificaties.
Test mode is
ingeschakeld.
Foutieve instelling van de
alarmfunctie
Onjuiste instelling van de
nominale stroom
Alarm signaal contact
uitgeschakeld
Onjuiste instelling van de
tijdsvertraging voor de
alarmfunctie
Onjuiste instelling van de
tijdsvertraging voor de
alarmfunctie
Er is nog steeds teveel
belasting aangesloten.
Mogelijke oplossing
Controleer de bedrading en de zekering van de
voedingsspanning (figuur 4, ref. 4).
Controleer de bedrading tussen de transducer en de
stroomtransformators (§ 3.3, stap 8, 9, 10 en 11)
Controleer of de modulaire kabel, een cross wired type
is (figuur 2). Controleer de aansluiting van de
modulaire kabel (figuur 4, ref. 3).
Controleer de aangesloten belasting.
Controleer de bedrading. Controleer of alleen de
fasedraad door het gat van de stroomtransformator
loopt; de nuldraad mag niet door het gat lopen (figuur
4, ref. 7)
Controleer of de modulaire kabel, een cross wired type
is (figuur 2). Controleer de aansluiting van de
modulaire kabel (figuur 4, ref. 3).
Maak de kalibratie-instellingen ongedaan. Zie
APPENDIX
Schakel de demo mode uit. Zie APPENDIX.
Raadpleeg §6.3 voor de juiste instelling van de
nominale stroom.
Druk op een van de toetsen of raadpleeg §7.1 om de
sleep mode uit te schakelen.
Zie §7.3 om de functie alarm display in te schakelen.
Schakel de lock mode uit (zie §4.5 en §7.2)
Zie §6.1 en §6.2 om de naam van de spanningsbron in
te stellen.
Controleer de bedrading van het relais (figuur 4, ref.
10). Zie §3.2 voor specificaties van het relais
Zie §7.4 om de test mode uit te schakelen. .
Raadpleeg hoofdstuk 8 voor een overzicht van alle
instellingen.
Wijzig de instelling voor de nominale stroom (§6.3)
Schakel de aansturing van het externe relaiscontact in.
Zie §6.8.
Vergroot de instelling van de tijdsvertraging (zie §6.7).
Verklein de instelling van de tijdsvertraging (zie §6.7).
De alarmfunctie schakelt pas weer uit als de
aangesloten belasting is gereduceerd tot minder dan
25% van nominale stroom (zie §8.1)
Maart 2005 / Masterlink ACC-1 / NL
PROBLEMEN OPLOSSEN