3005264-2016-01-29
3.1.2 Temperatuur
Temperatuur
Submenu
Installateursmenu
Eventuele opmerkin-
gen
Wordt getoond als Bui-
tenluchttemperatuur
(externe sensor) ge-
configureerd is
Wordt getoond als koe-
ling geïnstalleerd is
Beschrijving
TEMPERATUUR
Instellen van de regelmethode voor temperatuur, koeling
en automatische functies.
Externe buitentemperatuursensor
● Selecteren/deselecteren ext. buitentemp.sensor
Toont huidige werkingstemperatuur
● Buitentemperatuur [˚C]
● Uitlaatlucht [˚C] indien geïnstalleerd
● Afvoerlucht [˚C] indien geïnstalleerd
● Toevoerlucht [˚C]
● Huidige regelmethode
Wordt uitsluitend getoond als ruimtebediening geïn-
stalleerd is.
Symbolen die alleen worden weergegeven als zomer/
winteromschakeling geactiveerd is:
Wordt uitsluitend getoond als de installatie in de zo-
merstand staat.
Wordt uitsluitend getoond als de installatie in de win-
terstand staat.
Instelwaarde temperatuur instellen
● Max. toevoerluchttemperatuur [˚C]
● Instelwaarde temperatuur [˚C]
● Min. toevoerluchttemperatuur [˚C]
Max. en min. worden niet weergegeven als constante
toevoerluchttemperatuur gekozen is.
● Ruimtetemp.meting kalibreren = verschuiving aan
ruimtesensor instellen.
Min. toevoerlucht bij koudevraag instellen
● Min. toevoerluchttemperatuur [˚C]
Temperatuurregelmethode instellen
● Constante toevoerlucht
● Constante afvoerlucht
● Constante ruimte
● Constant verschil toev./afv.
15/56
Installateursniveau