Wi-Fi signaalsterkte. Selecteer om de Wi-Fi instellingen te
wijzigen
(Instellingen voor draadloos netwerk, pagina
Verbonden met handsfree bellen. Selecteer om te bellen
(Handsfree bellen, pagina
Actief voertuigprofiel. Selecteer om de instellingen voor voer-
tuigprofiel weer te geven
pagina
2).
Huidige tijd. Selecteer om de tijd in te stellen
pagina
21).
Batterijniveau.
Garmin Drive
™
app-verbindingsstatus(Koppelen met uw
smartphone, pagina
13).
Temperatuur. Selecteer om de weersverwachting weer te
geven
(De weersverwachting weergeven, pagina
Werken met de knoppen op het scherm
Met behulp van schermknoppen kunt u door de pagina's, menu's
en menu-opties van uw toestel navigeren.
• Selecteer
om terug te gaan naar het vorige menuscherm.
• Houd
ingedrukt om snel terug te gaan naar het
hoofdmenu.
• Selecteer
of
om door lijsten of menu's te bladeren.
• Houd
of
ingedrukt om sneller te bladeren.
• Selecteer
om een contextmenu met de opties voor het
huidige scherm weer te geven.
Het volume regelen
1
Selecteer Volume.
2
Selecteer een optie:
• Gebruik de schuifbalk om het volume aan te passen.
• Selecteer
om het geluid te dempen.
• Selecteer
voor extra opties.
De audiomixer gebruiken
U kunt met de audiomixer het geluidsniveau instellen voor
verschillende typen audio, zoals navigatieaanwijzingen of
telefoongesprekken. Het niveau voor elk audiotype is een
percentage van het hoofdvolume.
1
Selecteer Volume.
2
Selecteer
> Audiomixer.
3
Gebruik de schuifregelaars om voor elk audiotype het volume
in te stellen.
De helderheid van het scherm aanpassen
1
Selecteer Instellingen > Scherm > Helderheid.
2
Gebruik de schuifbalk om de helderheid aan te passen.
Voertuigprofielen
WAARSCHUWING
Het opgeven van uw voertuigprofiel is geen garantie dat altijd
met alle kenmerken van uw voertuig bij routesuggesties
rekening wordt gehouden of dat u in alle gevallen bovenstaande
waarschuwingspictogrammen krijgt te zien. Er zijn mogelijk
beperkingen in de kaartgegevens waardoor uw toestel niet altijd
met deze beperkingen of wegomstandigheden rekening houdt.
Houd u altijd aan de verkeersborden en houd rekening met de
wegomstandigheden tijdens het rijden.
De berekening van de route en de navigatie is afhankelijk van
uw voertuigprofiel. Het geactiveerde voertuigprofiel wordt
aangegeven door een pictogram op de statusbalk. De navigatie-
en kaartinstellingen op uw toestel kunnen per voertuigtype
afzonderlijk worden aangepast.
2
20).
15).
(Een voertuigprofiel bewerken,
(De tijd instellen,
18).
Wanneer u een camperprofiel activeert, worden verboden of
onbegaanbare gebieden in routes vermeden op basis van de
afmetingen, het gewicht en andere kenmerken van het voertuig
die u hebt ingevoerd.
Een voertuigprofiel toevoegen
U moet een voertuigprofiel toevoegen voor elke camper
waarvoor u uw toestel gebruikt.
1
Selecteer Instellingen > Voertuigprofiel >
2
Selecteer uw voertuigtype:
• Als u een motorhome met een vaste camper wilt
toevoegen, selecteert u Camper.
• SelecteerMotorhome with Trailer om een motorhome
met trailer toe te voegen.
• SelecteerTruck Camper om een vrachtwagen met
camper toe te voegen.
• SelecteerTruck Camper with Trailer om een
vrachtwagen met camper en trailer toe te voegen.
• SelecteerAuto om een auto toe te voegen.
• SelecteerMet trailer om een personenauto met camper
toe te voegen.
3
Selecteer zo nodig het type trailer:
• Selecteer Reistrailer om een camper die met een
standaardkoppeling wordt getrokken, toe te voegen.
• Selecteer Vijfde wiel om een camper die met een
opleggerkoppeling wordt getrokken, toe te voegen.
OPMERKING: Dit type trailer is niet in alle regio's
beschikbaar.
• Selecteer Boottrailer om een boottrailer die met een
standaardkoppeling wordt getrokken, toe te voegen.
• Selecteer Caravan om een trailer die met een
standaardkoppeling wordt getrokken, toe te voegen.
4
Volg de instructies op het scherm om de voertuigkenmerken
in te voeren.
Nadat u een voertuigprofiel hebt toegevoegd, kunt u het profiel
bewerken en aanvullende gegevens invoeren
voertuigprofiel bewerken, pagina
Autoprofiel
Het autoprofiel is een vooraf geladen voertuigprofiel voor
gebruik in een personenauto zonder trailer. Wanneer het
autoprofiel wordt gebruikt, berekent het toestel automatisch
standaardroutes voor auto's. Speciale routes voor grote
voertuigen zijn niet beschikbaar. Sommige functies en
instellingen die specifiek voor grote voertuigen zijn bedoeld, zijn
niet beschikbaar als het autoprofiel wordt gebruikt.
Een voertuigprofiel selecteren
Wanneer u uw toestel voor het eerst inschakelt, wordt u
gevraagd een voertuigprofiel te selecteren. U kunt handmatig
overschakelen naar een ander voertuigprofiel.
1
Selecteer in de statusbalk het pictogram voertuigprofiel, zoals
of
.
2
Selecteer een voertuigprofiel.
De informatie over het voertuigprofiel wordt weergegeven,
inclusief de afmetingen en het gewicht.
3
Selecteer Selecteer.
Een voertuigprofiel bewerken
U kunt de algemene informatie wijzigen in een voertuigprofiel of
u kunt gedetailleerde informatie, zoals de maximumsnelheid,
toevoegen aan een voertuigprofiel.
1
Selecteer Instellingen > Voertuigprofiel.
.
(Een
2).
Voertuigprofielen