452237.69.02 · 05/2013 · Rei
Montage- en gebruiksaanwijzing
WWP S 50 ID - WWP S 75 ID
7 Montage
7.5
Elektrische aansluiting
7.5.1 Algemeen
Alle elektrische aansluitingswerkzaamheden mogen alleen door een elektrotechnicus
of een vakmak voor specifieke werkzaamheden conform de
montage- en gebruiksaanwijzing,
landspecifieke installatievoorschriften, bijv. VDE 0100
technische aansluitvoorwaarden van de energiebedrijven en netbeheerders (bijv.
TAB) en
plaatselijke omstandigheden
uitgevoerd worden.
Ter waarborging van de vorstbeveiligingsfunctie van de warmtepomp mag de warmte-
pompmanager niet uitgeschakeld worden, en moet er stroming door de warmtepomp
plaatsvinden.
De schakelcontacten van de uitgangsrelais zijn ontstoord. Daarom is er afhankelijk van
de interne weerstand van een meetinstrument, ook wanneer de contacten niet gesloten
zijn, een spanning meetbaar die echter lager is dan de netspanning.
Op de regelaarklemmen N1-J1 tot N1-J11; N1-J19 tot N1-J20; N1-J23 tot N1-J26 en
de klemmenstrook X3 is lage spanning aanwezig. Wanneer er door bedradingsfouten
aan deze klemmen netspanning aangelegd wordt, vernietigt dit de warmtepompmana-
ger.
OPMERKING
Bij de aansluitingswerkzaamheden van de schakelkast moet erop gelet worden dat de
voedingskabels en de signaalleidingen gescheiden van elkaar in de schakelkast geleid
worden. Hiervoor moeten de speciaal aangebrachte schakelkastinvoeren gebruikt
worden (zie Afb. 7.3 op pag. 15).
Ook bij de bedradingswerkzaamheden in de schakelkast moeten altijd de last- en
signaalleidingen gescheiden van elkaar geplaatst worden.
Afb. 7.3:Kabelinvoer schakelkast
15