3.3
Centrale Chiller-eenheid en airhandlers inschakelen
Na het tot stand brengen van de spanningstoevoer knipperen eerst alle LED's en
alle segmenten van het numerieke display enkele seconden, vervolgens verschijnt
kortstondig "INIT" op het bedieningselement. De aanduiding "50H" of "60H"
volgt, afhankelijk van het stroomnet waarop het airconditioningsysteem gebruikt
wordt, dus bijvoorbeeld 230 V /50 Hz of 230 V /60 Hz.
Als het systeem voor het scheiden van de spanningstoevoer was ingeschakeld,
verschijnt op het bedieningselement de actuele ruimtetemperatuur van de referen-
tiecabine en het systeem start zelfstandig in de ingestelde bedrijfsmodus, anders
gaat het bedieningselement uit en bevindt het airconditioningsysteem zich in de
stand-bymodus.
•
Schakel het systeem in door op de knop "Aan/Uit"
Afhankelijk van de aanvraag brandt voor de weergave van de actieve bedrijfs-
modus het LED-lampje voor de verwarmingsmodus (7) of het LED-lampje voor
de koelmodus (9). Het LED-lampje voor automatische omschakeling tussen de
bedrijfsmodi (8) geeft aan of de omschakeling automatisch plaatsvindt. De auto-
matische omschakeling is afhankelijk van de ingestelde streeftemperatuur en de
door de ruimtetemperatuursensor gemeten temperatuur.
Na nog eens ca. 10 seconden wordt de 4/2-weg-omkeerklep geopend (dat
gebruik van het airconditioningsysteem als Chiller-eenheid (Koelen) of als
warmtepomp (Verwarmen) mogelijk maakt), zodat een drukcompensatie in het
koudemiddelcircuit plaatsvindt. Na nog eens 10 seconden start de zeewaterpomp
en vervolgens de compressor. Daarna wordt de normale modus ingeschakeld.
3.4
Systeem uitschakelen
Het systeem kan uitgeschakeld worden door op de toets "Aan/Uit"
ken. Voorwaarde daarvoor is, dat u zich in het uitgangsmenu met weergave van
de ruimtetemperatuur bevindt. In het instelniveau (temperatuur, ventilator) dient
de toets "Aan/Uit"
uitschakelen van het systeem.
(6) voor het bevestigen van de instelling en niet voor het
(6) drukken.
(6) te druk-
6