Inhoudsopgave
Advertenties
3. De compressor en zeewaterpomp lopen, maar de verwarmingsmodus en
koelmodus werken beide niet naar tevredenheid. Controleer, of de Eco-modus
geactiveerd is en het compressorvermogen daardoor verlaagd wordt.
• Controleer, of de koudwaterpomp loopt. Controleer evt. de stroomtoe-
voer naar de pomp. Controleer of de afsluitkranen in het koudwatercircuit
geopend zijn.
• Laat de ventilator in de automatische ventilatormodus lopen.
• Controleer de luchtkanalen van de airhandlers.
• Als de zeewaterdoorstroomsnelheid te laag is, kan in de verwarmingsmo-
dus het zeewater in de condensor bevriezen, het systeem blokkeren en
beschadigen.
• Controleer het spanningsniveau. Laat het systeem niet langdurig met een te
lage spanning werken (onder 195 V).
• De verwarmingsmodus doet er erg lang over om te starten. Dat is bij zeer
koud zeewater normaal. Als de temperatuur van het zeewater onder 6 °C
komt, wordt de effectiviteit van de verwarmingsmodus verlaagd en het
airconditioningsysteem doet er lang over, voordat de verwachte warmte
beschikbaar gesteld kan worden. Airconditioningsysteem gedurende ca. 60
minuten in de verwarmingsmodus laten lopen om een mogelijke olieblok-
kering in het koudecircuit te verhelpen.
• Als het vermogen van het systeem na controle van alle bovengenoemde
punten nog steeds ontoereikend is, moet u de koudemiddelvulling laten
controleren.
• Er wordt een verkeerde ruimtetemperatuur weergegeven. Ruimtetempera-
tuursensor verkeerd gepositioneerd, storingsbronnen aanwezig of verkeerde
weergavewaarden. Controleer of de ruimtetemperatuursensor is blootge-
steld aan directe storingsbronnen, zoals direct zonlicht of apparaten die
warmte uitstralen. Kalibreer de sensor of vervang de defecte sensor. Laten
corrigeren door vakkundig bedrijf.
27
Advertenties
Inhoudsopgave
