3
INSTALLATIE
3.1 - ALGEMENE GEGEVENS
Installatie en onderhoud van het apparaat moeten worden
uitgevoerd
door
een
overeenstemming met de wettelijke voorschriften en
erkende geldende technische regelgeving:
3.1.1 - De gehele installatie moet voldoen aan
de geldende veiligheidsvoorwaarden
- NEN 1006
algemene voorschriften voor drinkwaterinstallaties
AVWI met bijbehorende werkbladen
- NEN 3028
veiligheidseisen voor centrale verwarmingsinstallaties
- NEN 10101
veiligheidseisen voor laagspanning installaties
- De VEWIN werkbladen
3.2 - MONTAGE VAN DE BIJ DE BOILER MEEGELEVERDE ACCESSOIRES (PIJP MET
KNIESTUK + ISOLATIEMATERIAAL)
- Plaats het isolatiemateriaal (zie 14) in het voetstuk
(zie A),
- monteer de pijp met kniestuk (zie 12.1) op het
opzetstuk voor koudwateraanvoer (zie B) onder de
boiler (plaats in de gewenste positie voor de
aansluiting op de aanvoer van koud water),
- draai de koudwateraanvoerbuis (zie 12.2) op het
kniestuk (zie 12.1) en voer deze door één van de
daarvoor bestemde openingen door het voetstuk
(zie A).
Nefit B.V. • http://www.nefit.nl
8
III - INSTALLATIE
gekwalificeerde
vakman,
Nefit adviseert om de boilertemperatuur ingesteld te laten
in
op 60 °C. Hierdoor wordt voorkomen dat er legionella
bacterie besmetting (veteranenziekte) kan ontstaan.
Bij circulatiesystemen dient een boilersensorweerstand
gebruikt te worden om de bewaartemperatuur op 65 °C
fixeren.
Afb. 3
A
14
12.1
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden!
Installatie-instructie • Boiler 200/300 • uitgave 06/2009
12.2
B