Video-apparaten aansluiten
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de projector op een video-apparaat aansluit met
behulp van videokabels. Voor videopresentaties verdient het aanbeveling videokabels te
gebruiken.
U kunt de projector aansluiten op diverse video-apparaten met een van de volgende
uitgangen:
•
Componentvideo
•
S-Video
•
Video (composiet)
U dient de projector slechts op een van deze uitgangen aan te sluiten. Elke uitgang levert een
andere videokwaliteit. De gekozen uitgang is wellicht afhankelijk van de beschikbare
overeenkomende aansluitingen op de projector en het gewenste video-apparaat.
Beste videokwaliteit
De componentvideo-uitgang biedt de beste videokwaliteit (verwar deze uitgang niet met de
composietvideo-uitgang). Digitale TV-tuners en DVD-spelers zenden steeds
componentvideosignalen uit. Gebruik deze uitgang als de gewenste video-apparatuur erover
beschikt.
Zie
"Een componentvideo-apparaat aansluiten" op pagina 18
aansluiten van de projector op componentvideo-apparaten.
Betere videokwaliteit
De S-Video-uitgang biedt een betere analoge videokwaliteit dan de standaard
composietvideo-uitgang. Selecteer de S-Video-uitgang als de gewenste video-apparaten een
composietvideo- én S-Video-uitgang hebben.
Zie
"Een S-Video-apparaat aansluiten" op pagina 19
de projector op S-Video-apparaten.
Goede videokwaliteit
Composietvideo is een analoge video-uitgang met een aanvaardbare kwaliteit. Het resultaat
is echter niet optimaal.
Zie
"Een composietvideo-apparaat aansluiten" op pagina 20
aansluiten van de projector op composietvideo-apparaten.
voor informatie over het
voor informatie over het aansluiten van
voor informatie over het
Aansluitingen
17